Berenice Abbott, Portretten van het moderne leven

Dit najaar presenteert Huis Marseille een grote overzichtstentoonstelling van de beroemde Amerikaanse fotograaf Berenice Abbott (1898–1991). Voor het eerst is er in Nederland een omvangrijke selectie van haar werk te zien uit belangrijke Amerikaanse collecties.

Abbott is een van de sleutelfiguren in de geschiedenis van de 20e-eeuwse fotografie. Zij heeft niet alleen een veelzijdig oeuvre nagelaten, maar had ook een uitgesproken mening over de rol van de fotografie in de maatschappij, die zij in diverse publicaties ventileerde. Haar werk sloeg een brug tussen de artistieke avant-garde op ‘het oude continent’ en de opkomende kunstscene in het New York van de jaren twintig en dertig.

Moderniteit 

Het idee van moderniteit sijpelt door in al het werk van Berenice Abbott: van haar portretten van vooruitstrevende kunstenaars en intellectuelen en haar verbluffende kijk op de stad New York tot haar foto’s van wetenschappelijke thema’s, waarop ze de resultaten van verschillende natuurkundige experimenten vastlegde. Abbotts oeuvre weerspiegelt ook het moderne in de fotograaf zelf, haar wil om altijd voorop te lopen en haar grote talent om veranderingen in haar omgeving niet alleen op te merken, maar ook treffend in beeld te brengen. Berenice Abbott was een groot voorvechter van het modernisme in de fotografie, en fel gekant tegen het schilderachtige picturalisme, een stijl die begin 20e eeuw de fotografie domineerde. Een goede foto was, vond zij, geënt op de specifieke eigenschappen van de fotografie zelf en niet op die van de schilderkunst.

Lost Generation 

Berenice Abbott verhuist in 1918 vanuit haar geboortestaat Ohio naar New York, waar ze beeldhouwkunst studeert en terechtkomt in Greenwich Village, een broeinest van avant-gardistische en radicale kunstenaars, bohemiens en anderen die door hun levensstijl buiten de Amerikaanse maatschappij vallen. In 1921 arriveert ze in Parijs en sluit ze zich aan bij de artistieke gemeenschap in Montparnasse op de fameuze Left Bank, de linkeroever van de Seine. Onder de schrijvers en kunstenaars zijn veel Amerikaanse expats die, gedesillusioneerd door het zinloze geweld van de Eerste Wereldoorlog en de drooglegging van Amerika, hun heil in Europa zoeken. De Amerikaanse schrijfster Gertrude Stein noemt hen de Lost Generation, de generatie waartoe Abbott ook behoort, die traditionele waarden in twijfel trekt en een alternatief leven voorstaat. Veel schrijvers van de verloren generatie, zoals Djuna Barnes en Edna St. Vincent Millay, zou Abbott voor haar camera krijgen.

Portretfotograaf   

Abbotts leven als fotograaf begint in 1923 in de Parijse studio van de beroemde Amerikaanse fotograaf, dadaïst en surrealist Man Ray. Als zijn assistent wordt ze opgeleid in de technische, artistieke en commerciële aspecten van de portretfotografie. In 1926 kan ze met financiële steun van de steenrijke Amerikaanse kunstverzamelaar Peggy Guggenheim haar eigen studio in Parijs openen. Tot haar klanten behoren vooral expats, socialites, bohemiens, schrijvers, kunstenaars en New Women die, net als zijzelf, bereid zijn aan de rand van de conventionele maatschappij te leven om hun vrijheid te waarborgen. Vrouwen die zich vrij hebben gemaakt van hun afkomst en gender, zoals journaliste Janet Flanner, uitgeefster Jane Heap en schrijfster Sylvia Beach. Abbott vereeuwigt hen in zelfbewuste, krachtige portretten. Beach is ook de uitgever van James Joyce’ Ulysses (1922), een boek dat Abbott zeer bewondert, en ze portretteert de schrijver, zijn vrouw en dochter verschillende keren.

Eugène Atget    

Via Man Ray leert Abbott in Parijs de fotograaf Eugène Atget kennen. Zij herkent in zijn foto’s direct een visuele en artistieke verwantschap. In onopgesmukte beelden en met oog voor schijnbaar onbelangrijke details had Atget decennialang de stad Parijs vastgelegd. Na zijn dood in 1927 ontfermt Abbott zich over een groot deel van zijn oeuvre, dat zij in Amerika onvermoeibaar gaat promoten via tentoonstellingen en boeken. Daarom bevat de tentoonstelling ook een kleine selectie van foto’s van Eugène Atget, die Abbott in 1956 heeft afgedrukt van de originele negatieven.

Changing New York 

Het hart van de tentoonstelling wordt gevormd door Abbotts foto’s van de stad New York. Als zij er in 1929 terugkeert, voelt ze direct een grote urgentie om deze stad van enorme contrasten en tegenstrijdigheden, een stad die telkens verandert en nooit hetzelfde is, te fotograferen. In 1935 kan ze intensief aan de slag dankzij een substantiële subsidie van het Federal Art Project, een overheidsinitiatief bedoeld om in de crisisjaren banen te creëren en de economie een impuls te geven. Changing New York noemt ze het project, dat in 1939 ook in boekvorm verschijnt, met teksten van haar partner Elizabeth McCausland. In haar camera transformeert New York in een levend wezen, met een buitengewoon karakter, dat de bezoekers tot op de dag van vandaag kunnen traceren als ze door de drukke straten lopen en zich verbazen over de moderne schoonheid van de wolkenkrabbers. Winkels, mensen, bruggen, straten, interieurs, gebouwen in aanbouw, iconische gebouwen van buiten of van bovenaf gezien komen allemaal samen in een portret van de stad.

Wetenschap  

Eind jaren dertig raakt Abbott hevig in wetenschap geïnteresseerd. Ze ziet voor de fotografie een rol als woordvoerder weggelegd. De cerebrale wetenschap heeft de levendigheid en verbeeldingskracht van de fotografie nodig om een breed publiek te kunnen bereiken. De wetenschappelijke interpretatie van de wereld is niet voorbehouden aan wetenschappers. Iedere burger zou wetenschappelijke vraagstukken moeten kunnen beoordelen. En de fotografie kan daarbij als intermediair dienen. Met dit doel voor ogen experimenteert Abbott jarenlang in haar doka met allerlei cameratechnieken. In 1957 huurt het Physical Science Study Committee (PSSC) van het vermaarde Massachusetts Institute of Technology (MIT) haar in om de fotografische illustraties voor nieuwe, invloedrijke schoolboeken te verzorgen.

Samenstelling 

De tentoonstelling is tot stand gekomen in samenwerking met Fundación MAPFRE, een Spaanse non-profitorganisatie waarmee Huis Marseille sinds tien jaar regelmatig samenwerkt. Het meest recent nog in 2016, toen het retrospectief van Stephen Shore in Huis Marseille te zien was. De tentoonstelling is samengesteld door Estrella de Diego, hoogleraar moderne kunst aan de Complutense Universiteit van Madrid, en was eerder te zien in Barcelona en Madrid.

Bruiklenen 

De tentoonstelling bevat bijna 200 bruiklenen van uitsluitend vintage foto’s uit The New York Public Library, het Museum of the City of New York, het International Center of Photography (NY), het George Eastman House (Rochester, NY), de Howard Greenberg Gallery (NY) en het MIT Museum (Cambridge, Massachusetts), aangevuld met een selectie van haar publicaties uit onder andere de bibliotheek van het Rijksmuseum.

Publicatie 

Estrella de Diego, Julia van Haaften, Berenice Abbott: Portraits of Modernity, Madrid (Fundación Mapfre) 2019.  

https://www.huismarseille.nl/

 

 

 

 

Datum:
7 september 2019 / 1 december 2019
Type activiteit:

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0