González, Picasso en vrienden

Als je aan Julio González denkt, denk je aan de Cactusman en vervolgens aan de kop van een schreeuwende vrouw, La Montserrat. Er zijn in Den Haag nu twee Cactusmannen te zien, Homme Cactus I en Homme Cactus II, de eerste van het Gemeentemuseum Den Haag, de tweede van het Centre Pompidou in Parijs.

De schreeuwende vrouw is er op tekening, in olieverf en in gips. In de nieuwste tentoonstelling van het Gemeentemuseum, ‘González, Picasso en vrienden’, zijn vele andere metaalwerken en schetsen van Julio González te zien, en ook van Pablo Picasso. Picasso gaf González het beslissende zetje om los te gaan en een van de belangrijkste beeldhouwers van zijn tijd te worden.

Barcelonese traditie

Ze komen beiden uit Barcelona en vertrekken rond 1900 naar Parijs. Op dat moment is Picasso 18 en González 24 jaar oud, maar Picasso is artistiek al veel verder. Ze komen bij elkaar, González probeert in eerste instantie ook schilder te worden, maar tegelijkertijd is hij bezig met zijn familietraditie: goud- en edelsmeden en het vervaardigen van mooi hekwerk, zoals dat overal in Barcelona te zien is. Op jonge leeftijd is Julio González al in de metaalwerkplaats van zijn vader, en opa, te vinden. Hij leert van zijn vader verschillende bewerkingstechnieken. Met decoratieve voorwerpen en sieraden valt hij meerdere keren in de prijzen. Desondanks ambieert hij een carrière als kunstschilder en toont zijn werk op salontentoonstellingen in Parijs.

Geavanceerd lassen

Om in zijn onderhoud te kunnen voorzien blijft González werkzaam als decoratief metaalbewerker. Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog vindt hij een baantje in de Renaultfabriek waar hij ‘autogeen lassen’ leert, een zeer geavanceerde lastechniek. Door dit alles beheerst González zijn metaaltechniek tot in de puntjes. González en Picasso zien elkaar jaren niet, vanwege een ruzie, maar in 1928 leggen ze het bij. Picasso wil raad van González want hij wil aan de slag met metaal. Er volgt een zeer creatieve samenwerking die vier jaar duurt en vele werken oplevert, die weliswaar op naam van een van de twee komen, maar in nauwe samenwerking zijn geconcipieerd.

Dankzij de technische kennis van González komt Picasso tot nieuwe manieren van expressie. In eerste instantie zet González schetsen van Picasso om in ruimtelijk werk. Later, wanneer Picasso van González een aantal technieken zoals kloppen en lassen geleerd heeft, werken ze samen aan sculpturen, bijvoorbeeld aan het ruim twee meter hoge sculptuur La Femme au jardin (1929). Mede onder invloed van deze samenwerking met Picasso maakt de 52 jarige González een enorme ontwikkeling door. Het werk dat hij vanaf die periode maakt, zou baanbrekend in de kunstgeschiedenis blijken te zijn.

Van oudsher werd een beeld uit één stuk steen gehouwen of geboetseerd in klei en vervolgens gegoten in brons. González verandert dit langzame proces; door stalen onderdelen aan elkaar te lassen kan hij zonder tussenstappen direct een nieuw werk creëren. Hij komt hiermee tot een eigen zeer persoonlijke stijl die het midden houdt tussen kubisme, constructivisme en surrealisme, maar ondanks de abstracte uitstraling altijd geworteld blijft in het figuratieve.

Vriendschappen

Ook de zeer persoonlijke vriendschappen van Julio González met andere kunstenaars komen aan bod in de tentoonstelling. Bij Constantin Brancusi (1876 - 1957) werkte González een aantal jaar als assistent. Pablo Gargallo (1881 - 1934) die in 1923 al een beroep doet op González technische kennis, herkent zijn talent en moedigt hem aan om zich volledig op het beeldhouwen toe te leggen. Zijn schoonzoon Hans Hartung (1904 - 1989) maakt in 1938 in het atelier van González zijn eerste en enige sculptuur.

La Montserrat

Hoewel González al rond de eeuwwisseling naar Parijs is verhuisd, blijft hij zich verbonden voelen met zijn Catalaanse roots. Een terugkerend thema in zijn werk is een onverschrokken Catalaanse boerenvrouw met een sikkel en een kind op de arm. Net als bij Picasso en andere Spaanse kunstenaars in die tijd, vinden de ontwikkelingen in de Spaanse burgeroorlog hun weerslag in zijn werk. In de loop van die oorlogsjaren, maar vooral na 1939, wanneer generaal Franco de macht grijpt, verandert González' onverschrokken vrouwfiguur van gedaante. Ze krijgt een schreeuwend, van angst vertrokken gezicht. Ze vertonen overeenkomsten met de schreeuwende figuren van Picasso’s Guernica (1937), waarvan enkele schetsen in de tentoonstelling te zien zijn. Ook González’ meer geabstraheerde 'cactusfiguren', die hij in 1939 maakt, hebben een opengesperde bek, maar stralen ook een grote kracht uit. Het is verleidelijk ze te zien als symbool voor de kracht van het Catalaanse volk dat standhoudt, ondanks de onderdrukking van Francoʼs regime.

Julio Gonzalez in 1932: “Het is hoog tijd dat dit materiaal (ijzer) ophoudt een moordwapen of een eenvoudig werktuig der gemechaniseerde wetenschap te zijn. Heden ten dage staat de deur wijd open zodat deze grondstof moge doordringen tot het domein der kunst en door vredelievende kunstenaarshanden gehamerd en gesmeed moge worden.”

Gonzalez wordt, samen met Constatin Brancusi en Pablo Picasso tot de belangrijkste beeldhouwers van de twintigste eeuw gerekend.

Lasdemonstratie

Op het eind van de perspresentatie kregen we nog een praktijkvoorbeeld van hoe dat lassen en vervolgens vervaardigen van metalen kunstwerken in zijn werk gaat. In de kelder van Gemeentemuseum gaven twee leerlingen van de ROC Mondriaan een demonstratie. Onder leiding van hun docent Ron Leidelmeijer was Nick van de Heuvel bezig met een klein metalen beeldje en sneed Jessy van Vreden met een autogeen lasapparaat een reepje van een metalen plaat. We konden ons een beetje voorstellen hoe Gonzalez en Picasso meer dan zestig jaar geleden bezig waren.

Voor de tentoonstelling werd nauw samengewerkt met het Museo Nacional Centro de Arte Reina Sofía in Madrid, het Institut Valencià d'Art Modern (IVAM), het Parijse Musée Picasso en het Centre Pompidou in Parijs.

Er is een mooie publicatie bij de tentoonstelling verschenen bij uitgeverij Hannibal.

Afbeeldingen

Afbeeldingen: 1) Julio González (1876 - 1942) Homme Cactus II (Cactus Man II), 1939-1964 Brons 77,5 x 24 x 14 cm Centre Pompidou - Musée national d'art moderne - Centre de création industrielle, Parijs, 2) Julio Gonzalez (1876 - 1942), L’homme Cactus I (Cactus man I), 1939, Brons, 64 x 27 x 18 cm, Gemeentemuseum Den Haag, 3) Julio González (1876 - 1942), Masque de Montserrat criant (Masker van Montserrat, huilend), 1938-1939, Gesmeed en gesoldeerd, ijzer, gepatineerd, 22 x 15,5 x 12 cm, Centre Pompidou - Musée national d'art moderne - Centre de création industrielle, Parijs, 4) Pablo Picasso (1881-1973), Studie voor een huilende kop (III), 1937, Schets voor Guernica, 23,2 x 29,3 cm, Grafiet, gouache en kleurstift op calqueerlinnen, Museo Nacional Centro de Arte Reina Sofía, Madrid © Succession Picasso 2017, 5) Pablo Picasso (1881-1973), La Suppliante (De Smekende), 1937, Gouache op hout, 24 x 18,5 cm, Musée National Picasso, Parijs © Succession Picasso 2017, 6) Kop van een huilende boerin, La Montserrat, 1941 20,1 x 15,6 cm pen en inkt op papier Collectie Kröller-Müller Museum, Otterlo, 7) foto Julio González, Gemeentemuseum     

https://www.gemeentemuseum.nl/

Datum:
25 november 2017 / 2 april 2018
Type activiteit:

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0