Piet Mondriaan en Bart van der Leck, De uitvinding van een nieuwe kunst

Afgelopen zaterdag was het dan zo ver. Het Feestjaar Mondriaan tot Dutch Design. 100 jaar De Stijl ging echt van start. In Den Haag, op de plaats waar de meeste Mondriaans zich bevinden en er ook continue aandacht is voor De Stijl: het Gemeentemuseum Den Haag.

Zoals bekend doet het hele land aan het Feestjaar mee, van noord naar zuid, en van oost naar west. Dus het was niet raar dat de Koning van Nederland gevraagd was voor de opening. Daar had hij, Koning Willem Alexander graag aan voldaan. Hij hoefde bovendien niet al te veel werk te doen. Kinderen maakten op het podium een Mondriaan / Van der Leck schilderij na en lieten een laatste vak open aan de Koning.

Rood, geel, blauw. Je ziet het overal

Daarna ging hij met de directeur van het Museum, Benno Tempel, en enkele kinderen de schilderijen bekijken en mochten wij, achtergelatenen, aan de drank. Voor degenen die het niet precies weten: wat was dat, De Stijl? Je ziet het in de mode, je ziet het op verpakkingen, advertenties en videoclips. En dezer dagen zie je het overal in de stad Den Haag, te beginnen op het Stadhuis: de kleuren rood, geel en blauw. Met zwarte lijntjes ertussen. 

Deze kleuren hebben De Stijl iconische status gegeven. Maar wie heeft deze stijl eigenlijk bedacht? Dat ontrafelt het Gemeentemuseum dit voorjaar. Centraal staat de vriendschap en wederzijdse beïnvloeding tussen de twee belangrijkste schilders van De Stijl: Piet Mondriaan en Bart van der Leck.

De twee ontmoeten elkaar in het Nederlandse dorpje Laren, tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hier ontstaat een vriendschap die leidt tot het inhoudelijk fundament van De Stijl. Van der Leck is onder de indruk van Mondriaans zoektocht naar abstractie. Mondriaan op zijn beurt is erg gecharmeerd van Van der Lecks kleurgebruik.

Geometrische vormen

Mondriaan en Van der Leck hebben uiteenlopende achtergronden. Van der Leck is vanaf zijn vijftiende werkzaam in verscheidene glasschilderateliers in en om Utrecht en gaat op zijn 23e studeren aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid in Amsterdam. Mondriaan haalt eerst diploma’s als tekendocent en gaat daarna op zijn 20e naar de Rijksacademie voor de Kunst in Amsterdam. Hij ontwikkelt zich tot landschapsschilder, maar maakt in 1912 een radicaal nieuw begin met abstracte kunst in Parijs.

Als Mondriaan in de zomer van 1914 op familiebezoek is in Nederland, breekt een week later de Eerste Wereldoorlog uit. Na een paar maanden in Domburg, vestigt Mondriaan zich in Laren. Van der Leck verhuist met zijn gezin in april 1916 naar Laren en vanaf dan komen de kunstenaars veel bij elkaar over de vloer. Ze herkennen hun eigen artistieke zoektocht in de ander. Beiden gebruiken ze geometrische vormen, vlakken en eenvoudige kleuren. Die beeldtaal staat voor hen gelijk aan een onverwoestbaar vooruitgangsgeloof.

Composities

Van der Leck en Mondriaan zijn er allebei van overtuigd dat er een nieuwe kunst voor een moderne wereld moet komen. Van der Leck bouwt voort op zijn ervaringen als glasschilder en zijn bewondering van de simpele vormgeving van Egyptische kunst. Mondriaan onderscheidt zich al gelijk met zijn landschappen, waar hij continu op zoek is naar een achterliggende essentie, die hij steeds verder abstraheert.

Mondriaan is direct geboeid door het kleurgebruik van Van der Leck. Voor Van der Leck is Mondriaans zoektocht naar abstractie inspirerend. In navolging van Mondriaan begint Van der Leck zijn doeken ook ‘composities’ te noemen en durft hij de figuratie los te laten.

Parijs

In Parijs vindt Mondriaan de sleutel tot de abstractie in het kubisme. Tijdens zijn eerste jaren daar maakt hij voornamelijk kubistische bewerkingen van eerder gemaakt figuratief werk. Van der Leck legt een andere route af. Hij maakt gebruik van een methode die hij doorbeelding noemt. Beginnend bij een schets van een situatie uit de werkelijkheid, een persoon of een dier, brengt hij deze stap voor stap terug tot geometrische vormen. Zo komen beide kunstenaars onafhankelijk van elkaar tot een manier om abstracte kunst te maken. 

Behalve overeenkomsten zijn er ook onenigheden. Al snel blijken Mondriaan en Van der Leck verschillende ideeën te hebben over het gebruik van de geometrische beeldtaal. Waar Van der Leck zijn composities van geometrische vormen zo open mogelijk wil houden, begint Mondriaan al snel de verschillende vormen door middel van lijnen aan elkaar te verbinden. In de zomer van 1919, als Mondriaan terugkeert naar Parijs, houdt het contact tussen de twee kunstenaars op.

Blijvende invloed Mondriaan en Van der Leck

Ondanks de korte duur was de samenwerking van onschatbare waarde voor de nieuwe kunstbeweging De Stijl, die in 1917 door Theo van Doesburg met het gelijknamige tijdschrift werd gelanceerd. De experimenten met abstractie en kleurgebruik van Mondriaan en Van der Leck vormen de aanzet tot De Stijl en de ontdekking van het nu wereldberoemde rood-geel-blauw.

Nog niet eerder waren de onderlinge relatie en blijvende invloed van Mondriaan en Van der Leck onderwerp van een tentoonstelling. Met internationale bruiklenen, van onder meer MoMa en het Solomon R. Guggenheim Museum, is Piet Mondriaan en Bart van der Leck - De uitvinding van een nieuwe kunst de eerste van vier grote tentoonstellingen in het Gemeentemuseum Den Haag in het feestjaar Mondriaan tot Dutch Design. 100 jaar De Stijl

Foto’s 1-7: Paul Ridderhof

https://www.gemeentemuseum.nl/ 

Datum:
12 februari 2017 / 21 mei 2017
Type activiteit:

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0