Anton Mussert de Redenaar

De macht van het woord: als sinds het Oude Griekenland maken politici handig gebruik van verleidelijke woorden en krachtige toespraken om mensen te beïnvloeden en bespelen. Soms voor de goede zaak, soms voor meer sinistere doeleinden. In samenwerking met het VPRO-programma Speeches gaat radioprogramma OVT op zoek naar de beste speech uit de Nederlandse geschiedenis. if then is now zoekt de schaduwkant op: wat zeiden de tegenstanders eigenlijk? Dit keer: Anton Mussert.

We weten allemaal hoe Wilhelmina haar bevolking toesprak vanuit London. Haar ‘Bevrijdingstoespraak’ op 5 mei 1945 staat te boek als een van de bekendste en meest geliefde toespraken uit onze nationale geschiedenis. Maar ze was zeker niet de enige die geregeld op de Nederlandse radio verscheen. Voor veel mensen was NSB-leider Anton Mussert de stem van de bezetting, met name door zijn radiotoespraken. Met wollig taalgebruik - zelfs voor die tijd - schetste hij de toekomst van Nederland zoals hij deze graag zou zien: een volwaardige positie binnen een verenigd Germaans Europa. Creatieve liedjesschrijvers uit het verzet waren er als de kippen bij om zijn kwaliteiten als redenaar belachelijk te maken, zoals dit fragment uit het liedje 'Mussert, de Redenaar', treffend weergeeft:

“Mussert, zeg, wat zwam jij veel!/Wat zwam jij veel, wat zwam jij veel!/Al dat leut’ren zal je toch niet baten/Holland heeft je in de gaten!/En vervloekt; het Duitsch gareel!/Mussert, o, wat zwam jij veel!”

Ook in eigen kring stond Mussert niet bepaald bekend als een groot redenaar. Met zijn op domineeleest gestoelde toespraken was hij niet de man die ‘het klavier der volkskonscientie goed wist te bespelen'. Voor de Hagespraak van de NSB kreeg hij nog van een eigen functionaris het advies zijn redevoeringen wat minder langer en degelijk te maken, echter met weinig succes. Waar Hitler de massa’s wist op te zwepen en in het hart te raken, bleven Mussert’s speeches te technisch en langdradig.

Op naar Grootgermaans Nederland

Net als de Nederlandse bevolking was ook de Duitse bezetter was niet bepaald geïnspireerd door de kleine ‘Leider’. Toch zagen de Duitsers in hem aanvankelijk een handig instrument om het Nederlandse volk zoet te houden en zich als gelijkwaardig Germaans broedervolk voor te doen. In zijn naïviteit ging Mussert er vanuit dat hij Nederland leidde naar een onafhankelijke plaats binnen het nieuwe Grootgermaanse Europa onder Duitse leiding. Tijdens een verkiezingstoespraak in 1935 verkondigde hij al:

“Onder leiding van de regenten, voortgekomen uit alle politieke partijen, is de verwording hand over hand toegenomen. Wij vormen geen volk meer, maar een onchristelijke horde van elkander in klassen- en partijstrijd bevechtende individuen, voorzover zij niet futloos en willoos, met over elkaar gekruiste armen, wachten op hun maatschappelijke en nationale ondergang, die onherroepelijk komen moet, en dus komen zal, wanneer niet de besten van ons volk bereid zijn om op hun sterke schouders de natie naar een nieuwe toekomst te voeren.”

Hij zag de Nederlandse natie als een verbrokkeld geheel dat opnieuw gesmeed moest worden. Zoals in veel van zijn speeches benadrukte hij via archaïsch taalgebruik het belang van eenheid. Een verenigd nationaal-socialistisch Europa vormde hiervoor de weg. De verovering van Nederland door Duitsland vijf jaar later was voor hem dan ook slechts een eerste stap naar een nieuwe, Grootgermaanse toekomst. De Duitse bezetting was volgens Mussert nodig om de orde te bewaken zolang de bolsjewistische vijand nog niet verslagen was. Na de overwinning zou Nederland alsnog haar rechtmatige, gelijkwaardige plaats in het nieuwe Germania innemen.  In zijn toespraak ter viering van de Dag van de Arbeid op 1 mei 1941 sprak hij dan ook uitsluitend over Nederland en Nederlanders, alsof hij krampachting probeerde te ontkennen dat het land nog geen jaar eerder op gewelddadige wijze onder de voet was gelopen en elke vorm van soevereiniteit was kwijtgeraakt.

Ten strijde tegen de bolsjewieken

Wel sprak hij altijd met veel ontzag over Hitler, die hij tot het laatst trouw zou blijven. Met kenmerkende kruiperigheid en overdrijvingszin verkondigde hij tijdens zijn eerste gesprek met Hitler op 27 augustus 1940:

”Het Nederlandsche volk is in staat een millioen man op de been te brengen, die voor de Weermacht zeer geschikt zijn...Wanneer de tijd daar is, dat het Duitse Volk expansie naar het Oosten behoeft. Dan zullen Nederlandse soldaten zich als goede Germanen gedragen en met vreugde de ereschuld betalen, die nog op het Nederlandsche volk zou rusten.” 

Hoewel de bewering dat het Nederlandse volk (waarvan hij zich als leider bestempelde) een miljoen Nederlandse soldaten op de been zou kunnen krijgen van een enige zelfoverschatting getuigt, gaven er toch zo'n 7000 Nederlandse jongens gehoor aan zijn oproep zich aan te sluiten bij de Waffen SS voor de strijd tegen de bolsjewistische Russen aan het oostfront.

Tijdens een toespraak op het Binnenhof in Den Haag in 1941 deed hij hun persoonlijk uitgeleide:

Mussert benadrukte nog eens dat de jongens weliswaar gingen vechten voor de nationaal-socialistische toekomst van een nieuw Europa, maar dat zij nadrukkelijk gingen als Nederlander, vechtend voor volk en vaderland. Hij was fel gekant tegen inlijving van Nederlanders in Duitse eenheden. De Duitsers speelden handig in op deze naïeve sentimenten en lijfden de Nederlandse rekruten in bij de zogenoemde 'Nederlandse SS'. De 7000 Nederlandse Waffen SS-ers kwamen echter van een koude kermis thuis. De Nederlandse SS werd echter al snel gewoon onderdeel van de algemene Waffen SS. De Duitse en Oostenrijkse commandanten zetten de Nederlandse vrijwilligers doorgaans in als kanonnenvlees op de slagvelden van het oostfront. De Duitse bezetter had op slinkse wijze Mussert ingezet  voor de werving van nieuwe troepen, maar naarmate de oorlog vorderde raakte zijn rol steeds meer uitgespeeld. Zeker toen de oorlog op een fiasco dreigde uit te lopen en Duitsland moest vechten voor zijn eigen voortbestaan, werd het voor de Duitse bezetter steeds minder belangrijk om zich tegenover het Nederlandse volk als Germaans broedervolk op te stellen; Nederland werd simpelweg leeggeplunderd ten behoeve van de Duitse oorlogsinspanningen. Voor marionetten als Mussert was geen rol van betekenis meer weggelegd.

Tot het bittere eind

Toch bleef Mussert zich voor de Duitse bezetter en het Nederlandse volk profileren als de leider van Nederland en werd het vleesgeworden symbool van huichelarij en landverraad. Toch wist Mussert gaandeweg dat zijn rol steeds meer uitgespeeld raakte, ook door de opkomst van fanatieke, Duitsgezinde NSB-ers als Feldmeijer en Rost van Tonningen. Tijdens een afgeluisterd gesprek met de eerste Nederlandse Oostfrontvrijwilliger op 30 maart 1943 zei hij:

 “Wij zijn Nederlanders en wij willen geen Duitsers worden. Van gelijkberechting komt in Nederland niets terecht. Ik word herhaaldelijk door de SS voor de gek gehouden. Als men spreekt van het Germaanse Rijk, dan bedoelt men het Duitse Rijk en wil men Nederland inlijven. Als dat gebeurt, zal het slechts over mijn lijk zijn.”

Na de bevrijding werd hij op 7 mei 1945 gearresteerd, veroordeeld voor landverraad en precies een jaar later geëxecuteerd op de Waalsdorpervlakte.

Tags

Reageren