De grachten van Utrecht

Bij het woord grachten zal vooral Amsterdam in gedachten springen. Maar net zoals veel andere steden in de regio van Noord- en Zuid-Holland heeft ook Utrecht grachten ten overvloede. Die bepalen tot op de dag vandaag het stadsbeeld.

Als je de oude kaarten van Utrecht bekijkt, is het opvallend dat het stadsleven van Utrecht tot in de 19e eeuw begrensd werd door de singels: de Weerdsingel in het noorden, Maliesingel in het oosten, Tolsteegsingel in het zuiden en Catharijnesingel in het westen. Langs de singels zijn op enkele plekken ook nog versterkingen te zien die in een grijs verleden als verdediging dienden. In dit verband is het ook goed om hier de term stadsbuitengracht te gebruiken.

Slagader

Daarnaast wordt Utrecht doorsneden door de Oudegracht, die zo rond het jaar duizend gegraven is. Deze gracht vormt in feite de verbinding tussen de Vecht en de Kromme Rijn en geeft daarmee Utrecht van oudsher betekenis als een doorvoerpunt voor goederen die per schip vervoerd werden zowel van noord naar zuid als oost naar west. Door het ontbreken van getijdenwerking zoals in Amsterdam wel het geval was in de grachten, kon het laden en lossen van schepen direct aan het water gebeuren. Goederen werden op de werven gelost, opgeslagen in de werfkelders en vandaar verder verhandeld.

Rond de 19e eeuw begint het belang van deze doorvoer en handel terug te lopen en verandert ook het gebruik van de Oudegracht. Van het centrum van handel en bedrijvigheid wordt het meer het centrum van de stad. Op een paar punten langs de route is dit ook te zien, zoals het verdwijnen van de kroeg, de Drie Moriaenshoofden, het openen van het warenhuis de Winkel van Sinkel, en het niet herbouwd worden van de stadskraan nadat deze in 1839 afbreekt.

Vanaf de 19e eeuw verschijnt ook een havengebied aan de buitenzijde van Utrecht dat meer aansluit op de behoeften van de nieuwe industrieën en ook de geleidelijk aan groter wordende binnenschepen.

Tags

Reageren