‘Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart’

De eerste Nederlandse roman ‘Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart’, is duidelijk gebaseerd op het leven van de schrijfsters Betje Wolff en Aagje Deken. Het verhaal, dat  het levenslicht zag op Lommerlust in Beverwijk  bestaat uit maar liefst 175 brieven. Ook wordt haarfijn duidelijk hoe de dames tegenover de toen geldende burgerlijke moraal stonden.

Sara Burgerhart, zoals de roman Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart vaak kortweg genoemd wordt, beschrijft de avonturen van het burgermeisje Sara Burgerhart. Ze heeft moeite uit de problemen te blijven en wordt verleid door de flamboyante ‘R’. Als ze bijna door hem wordt verkracht komt ze ternauwernood tot bezinning. De roman wordt beschouwd als de eerste Nederlandse roman en heeft de vorm van een briefroman.

Het boek bestaat dan ook uit 175 brieven, waarin de personages hun levens en belevenissen beschrijven.  Een manier van schrijven, die in de 18e eeuw ontstond, toen ook Sara Burgerhart (1782) werd geschreven. De verschillende briefschrijvers, die als personage fungeren, krijgen allemaal hun eigen karakter, waarnaar met hun namen wordt verwezen. Zo geven Wolff en Deken de toekomstige en voorbeeldige echtgenoot van Sara de naam ‘Hendrik Edeling’. Heet een onsympathiek vrouwelijk personage ‘mejuffrouw Slimpslamp’ en de goedaardige voogd van Sara krijgt de naam ‘Blankaart’.

In het boek steken de schrijfsters hun verlichte en voor die tijd moderne ideeën niet onder stoelen of banken. Het werk is duidelijk bedoeld om op te voeden en om de volgens Wolff en Deken achterhaalde burgerlijke moraal te bekritiseren. Als het verhaal naast het leven van beide dames gelegd wordt, zijn ook duidelijk de autobiografische motieven te zien. Zou de verleiding van Sara door ‘R’, iets te maken hebben met het feit dat Betje Wolff als zeventienjarig meisje zelf geschaakt werd?

Betje Wolff en Aagje Deken

Wolff en Deken zijn vooral bekend als schrijversduo. Naast Sara Burgerhart schreven ze ook Historie van den heer Willem Leevend (1784-1785) en de Historie van mejuffrouw Cornelia Wildschut (1793-1796). Ze bekritiseren niet alleen de burgerlijke moraal van die tijd, maar ook zijn ze duidelijk blij met de verworvenheden van de Franse Revolutie en steunen ze met hun boek Gedichten en Liedjes voor het Vaderland de Patriotten en de Bataafse Republiek.

Betje Wolff werd in 1738 als Elisabeth Dekker in Vlissingen geboren. Hoewel ze opgroeide in een gegoed calvinistisch milieu, had ze al op jonge leeftijd een onstuimig karakter en vrijzinnige ideeën. Al vroeg begint ze met schrijven en bekritiseert in haar geschriften het strenge geloof van haar omgeving. Doordat ze op zeventienjarige leeftijd wegloopt met een vaandrig, waarmee ze gezien haar afkomst niet kan trouwen, raakt ze geïsoleerd en sluit ze in 1759 een verstandshuwelijk met de veel oudere dominee Adriaan Wolff.

Aagje (Agatha) Deken wordt in 1741 in Nes aan de Amstel geboren. Als ze in 1745  na het overlijden van haar ouders wees wordt, groeit ze verder op in een weeshuis in Amsterdam. Op latere leeftijd schrijft zij hierover in haar Geschrift eener bejaarde vrouw. Ook Aagje Deken begint op jonge leeftijd met schrijven en tussen beide vrouwen ontstaat in 1776 een drukke briefwisseling. In eerste instantie is Aagje erg boos over de kritiek die Betje uit op de kerk, maar al snel blijkt dat ze meer gemeen hebben dan gedacht.

Na het overlijden van dominee Wolff en het ontvangen van een kleine erfenis door Deken, gaan de beide dames samenwonen in de Rijp. Enige jaren later kopen ze samen het buiten Lommerlust in Beverwijk. Hier schrijven ze samen in het tuinhuisje. Hier moet ook de briefroman Sara Burgerhart ontstaan zijn. Wolff en Deken blijven de rest van hun leven bij elkaar, overlijden in 1804 kort na elkaar en liggen samen begraven op begraafplaats Ter Navolging in Scheveningen.

Tags

Reageren