Interview: ‘Hete muziek’ in de Koude Oorlog'

Hoe zag de muziekcultuur van Oost-Duitse jongeren ten tijde van de DDR eruit en hoe ging de communistische staat daarmee om? Om die vraag te beantwoorden dook Marlene Schrijnders, voormalig student Duitslandstudies aan de Universiteit van Amsterdam, de Berlijnse archieven in. Met haar onderzoek won ze de Volkskrant/DIA-scriptieprijs.

Alles wat ook maar riekte naar het kapitalistische Westen en naar Amerikaanse cultuur was ten strengste verboden in de DDR, het communistische Oost-Duitsland ten tijde van de Koude Oorlog. De communistische partij (Sozialistische Einheitspartei Deutschlands, SED) infiltreerde in jeugdclubs om er achter te komen of DDR-jongeren niet naar de verkeerde muziek luisterden. Maar ondanks de strenge staatscontrole ontstond er in de jaren vijftig en zestig een levendige jeugdcultuur, volop geinspireerd op Amerikaanse en Britse rockmuziek.

Die muziek- en jeugdcultuur brengt Marlene Schrijnders in haar prijswinnende Duitstalige masterscriptie ‘Heiβe Musik’ im Kalten Krieg. Jugendmusikkultur in Ost-Berlin 1956-66’ in kaart. Ze deed daarvoor uitgebreid archiefonderzoek in vijf verschillende Berlijnse archieven. Ze ontdekte stapels staatsdocumenten waarin Stasi-infiltranten en de Volkspolitei verslag deden van hoe jongeren luisterden naar wat zij Heiβe Musik (‘hete muziek’) noemden.

Deze ambtenaren benoemden in deze dossiers een nieuw fenomeen: rock-’n-rollbendes met vreemde namen zoals de Elvis Presley-club, de Gentleman-zwervers, de Broadway-bende, de spijkerbroeken-bende en leren-jassen-kliek. De SED wist zich eind jaren ’50 totaal geen raad met de in hun ogen gevaarlijke, ontluikende jeugdculuur.

Waarom wilde je hier onderzoek naar doen? “Ik wilde in ieder geval graag iets met Oost-Berlijn doen, en dan het liefste de jaren ‘50 en ’60. Dat is een hele boeiende tijd. Het idee van een nieuw begin na de Tweede Wereldoorlog hing nog volop in de lucht. In grote delen van de wereld drong de ’veramerikanisering’ door. De rockmuziek veroverde de wereld. Ik wilde kijken of, en zo ja hoe, die Amerikanisering van de cultuur ook in de DDR doordrong. Ik ben er heel open-minded aan begonnen, gewoon kijken wat ik allemaal tegenkwam.”

Hoe heb je je onderzoek aangepakt? “In Berlijn heb ik allerlei verschillende archieven bezocht, onder andere het Bundesarchiv, het Landesarchiv en het archief van de geheime dienst Stasi op zoek naar documenten die hier iets over konden vertellen. Het bleek dat er heel veel staatsrapporten over jeugdcultuur waren. Met overheidsdocumenten uit een totalitaire staat moet je altijd voorzichtig zijn, want ze zijn vrijwel nooit objectief.”

“Toch kun je, doordat in de DDR alles extreem gedetailleerd werd beschreven, tussen de regels door een realistisch beeld krijgen. In andere archieven, zoals het archief van de jeugdradiozender DT-64 (naar het festival Deutschland Treffen in 1964, waar voor het eerst de Beatles te horen waren) waren ook brieven van jongeren zelf te vinden. Die gaven een completer beeld.”

Je zou denken dat de staat er alles aan deed om deze jeugdcultuur de kop in te drukken. Hoe gingen ze ermee om? “Het beviel de SED helemaal niet dat volksvijand Amerika doormiddel van haar muziek de socialistische jeugd van het rechte pad probeerde af te brengen. Uit de dossiers blijkt dat de politie precies wist wat er in de jeugdclubs speelde, maar dat ze er niet goed vat op kregen. Muziek laat zich niet zomaar tegenhouden door repressie. Wat heel interessant is, en ook duidelijk opvalt in de bronnen, is dat toen in 1961 de Berlijnse Muur er eenmaal stond de controle en repressie iets minder werd.”

Instrumentale ‘beatmuziek’ uit Oost-Berlijn.

“Begin jaren zestig bleef de politie proberen het centrum van Berlijn zo veel mogelijk vrij te houden van rockmuziek. In het centrum moest het socialisme immers zijn sterkste kant laten zien. Maar in de randgemeenten van de stad ontstond juist een soort gedoogzone. Die ontwikkeling was nog niet eerder aangetoond. Juist in die randgemeenten begonnen allerlei jeugdbands die moderne, westerse ‘beatmuziek’ maakten. Vooral instrumentaal, omdat Engelstalige muziek nog altijd uit den boze was.”

Wat ga je met je scriptieprijs – een geldbedrag van 1500 euro en een tweedaagse meeloopstage bij de Volkskrant – doen? “Voor de meeloopstage kan ik kiezen tussen Amsterdam, Brussel of Berlijn. Die keuze is voor mij heel makkelijk! Ik zou heel graag correspondent in Berlijn willen worden en naar die stad willen verhuizen. Dit is voor mij dus een hele mooie kans.”

http://www.kennislink.nl/publicaties/hete-muziek-in-de-koude-oorlog

Tags

Reageren