Stuwwallen

Ten noorden van de grote rivieren bevinden zich op verschillende plekken in ons land stuwwallen: heuvels die soms meer dan honderd meter boven het landschap uitsteken. De stuwwallen, overblijfselen uit de ijstijd, zijn langgerekt van vorm en vaak bedekt door bossen.

Ze zijn ontstaan doordat een gletsjer de grond heeft opgeduwd. In ons land zijn het de meest opvallende overblijfselen uit het Saalien (ongeveer 150.000 jaar geleden). Vanuit Scandinavië gleed toen een ijskap in zuidelijke richting over Europa. In Nederland kwam dit ijs op de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen tot stilstand. Op die lijn, maar ook in noordelijker gebieden in Nederland, zijn stuwwallen te vinden. Het gewicht van het ijs, dat vele honderden meters dik kon zijn, perste de grond onder het ijs weg. Hierdoor ontstonden er aan de voor- en zijkanten van de gletsjer tot tweehonderd meter hoge heuvels. Bekende stuwwallen in Nederland zijn de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug.

In Nederland zijn stuwwallen vrijwel alleen ten noorden van de grote rivieren te vinden. Alleen het Rijk van Nijmegen ligt ten zuiden van de Waal. Het landijs is in Nederland niet verder zuidelijk gekomen. Grofweg kwam het ijs op de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen tot stilstand en smolt daar of trok zich terug toen het klimaat na het Saalien veel warmer werd. De grootste stuwwalcomplexen zijn de Utrechtse Heuvelrug (hoogste punten: de Grebbeberg van 52 meter hoog en de Wageningse Berg van ongeveer 43 meter hoog), de Veluwe, en de stuwwallen in het Rijk van Nijmegen en Arnhem (ongeveer 100 meter hoog). De heuvels van het Montferland (66 meter hoog) en de Elterberg (ongeveer 30 meter hoog) vormden vroeger een aaneengesloten stuwwal met de heuvels bij Kleef, Groesbeek en Nijmegen.

De Grebbeberg is onze meest opvallende stuwwal. Hij is 52 meter hoog en vormt de zuidelijkste punt van de Utrechtse heuvelrug. Behalve dat hij door zijn hoogte een opvallende verschijning is, steekt hij door zijn bosbedekking nog meer af tegen de vlakke akkers. De Rijn heeft een deel van de flank afgekalfd, waardoor de zuidhelling nu zeer steil is. De zuidkant van de Grebbeberg is het eerste door de provincie Utrecht uitgeroepen aardkundig monument. Dat betekent onder andere dat er geen werkzaamheden zijn toegestaan die de vorm van de heuvel kunnen aantasten.

auteur Anne Martens, Naturalis

deze tekst verscheen eerder op de website Geologie van Nederland, zie link:
http://www.geologievannederland.nl/landschap/landschapsvormen/stuwwal

Meer informatie
- Berendsen, H.J.A. 2004. Landschap in delen. Van Gorcum & Comp., Assen.
- Dijke, J.J. van & J.J.M. van der Meer 1993. Stuwwalonderzoek met behulp van foto's; de Turtmanngletsjer in Wallis, Zwitserland. Grondboor & Hamer 5: 126-130.PDF
-Gans, W. de 2006. ANWB Geologieboek Nederland. ANWB, Den Haag.
-Laban, C., J.J.M. van der Meer, E. Kroll & R. Leemans 1998. Klimaat in beeld. Teleac/NOT, Educatieve Omroep, Hilversum.
- Laban, C. 1988. Wieringen, een boeiende stuwwal. Grondboor & Hamer 42 ( 3/4): 88-96.PDF 
- Hamming, C. 2003. De stuwwal onder Zwolle. Grondboor & Hamer 57 (6): 113-115. PDF
- Hoogendoorn, W. 2006. Zwerfsteneneiland Maarn en andere aardkundige monumenten. Stichting Vrienden van het Zwerfsteneneiland / KNNV Uitgeverij, Utrecht.
- Lijn, P. van der 1973. Het Keienboek. Thieme, Zutphen.
- Mulder, E.F.J. de et al. 2003. De ondergrond van Nederland. Wolters-Noordhoff, Groningen.

Reageren