Talkshow 'Vertel het in Kalkhoven' op de 209e Fotografenavond

Aloys Ginjaar presenteerde een Talkshow 'Vertel het in Kalkhoven' op de 209e Fotografenavond in Kalkhoven. Hij had vier personen uitgenodigd om over hun werk te praten: Anita Neve, Rick Driessen, Monika Jordense-Michalski en Ka-Ho Pang.

Galerie in Almere

Anita Neve werd als eerste ondervraagd. Ze begon een jaar geleden een fotogalerie in Almere-Haven (de Anita Neve Galerie) en is daarnaast fotograaf.

Aloys: Hoe is je passie voor de fotografie ontstaan? Anita Neve: “Ik begon al heel jong. Op mijn 17e kreeg ik een vriendje die fotograaf was. Zo ben ik gaan fotograferen, en ook workshops gaan doen. Ik maakte vooral natuurfoto’s, het ging over het kijken. In een foto zie je de fotograaf terug.”

Aloys: wat verwachte je toen je met de galerie begon? Anita Neve: “Er was geen galerie voor fotografen in Almere. Ik wilde mensen die nieuw in de fotowereld waren een podium geven en dat combineren met het tonen van foto’s van mensen die hun sporen hebben verdiend.” Aloys: Je wilde je speciaal richten op jonge afgestudeerden. Anita Neve: “Dat probeer ik nog steeds. Ik ga regelmatig naar afstudeerexposities. En ook op andere plaatsen zoek ik naar Ik naar wat ik interessant vind. Mensen die ik interessant werk vind maken, blijken al snel in de aandacht te komen, ze komen vanzelf naar boven drijven. En de jongeren weten hun marketing goed te doen.” Aloys: Jij komt zelf van de  Fotovakschool. Daar zit marketing in het programma. Neve: “Ja, maar dat geldt ook voor de Fotoacademie.”

De galerie is laagdrempelig. Inmiddels hebben behoorlijk wat mensen kennis gemaakt met de fotogalerie. Het oorspronkelijke plan om per jaar vijf / zes exposities te geven bleek niet haalbaar. “De kunstmarkt is geen gemakkelijke markt. Zoveel tentoonstellingen geeft te veel druk.” 

“Ik kan er niet van leven. Ik heb mezelf vijf jaar gegeven en er is inmiddels draagvlak in Almere. De gemeente staat aan mijn kant bij mijn plan voor een fotofestival in de stad.”

Verwondering

Rick Driessen wil als zwerfgids /  fotograaf door de stad trekken. “Ik zwerf al heel lang door Amsterdam. Verwondering is het uitgangspunt. Ik kijk op andere plekken dan andere mensen, bijvoorbeeld op de grond, wat er ligt. Daar ga ik mee aan de slag. Soms zie ik heel bijzondere dingen, een plat gereden etui, een dode vogel.” Aloys: En mensen? Driessen: “Dat niet meteen, soms staan ze er wel op.”  Het begon toen hij in de jeugdzorg werkte, in Uithoorn, met uit huis geplaatste kinderen. “Die kinderen hingen op de bank en zaten te gamen op hun apparaatje. Ik stapte met mijn verrekijker de zaal uit, en de kinderen liepen achter me aan. We gingen een natuurgebied in en ik keek door de verrekijker naar de vogels. ‘Mag ik ook kijken?’ Ik liet ze kijken. Ik wil de mensen meenemen met mijn verwondering.” Aloys: Was fotografie altijd je passie? “Nee, mijn passie was hardlopen.”

Binnenkort krijgt Rick  een ruimte op het NDSM-terrein. “Vandaar wil ik mensen meenemen. Of ook iets creëren met de spullen die we vinden en daar foto’s van maken.”

Hij laat foto’s zien. Een indirecte foto van de Westertoren, vanuit een raam gemaakt. De toren ziet er wat wazig uit. Foto’s van straatposters. “In het Slotervaart gebied heb ik posters van een Peperbus afgetrokken. Je krijgt mooie vondsten.” Hij laat een grote foto zien met twee kickboksers, de ene figuur blauw getint, de andere gelig. “Ik neem mensen mee. Bij de Ringweg in de Slotervaart heb je gebouwen voor asielzoekers en studenten. Op straat vind je verbrand materiaal. Ik heb van de week een hele zooi opgehaald. Alles zat aan elkaar vast gesmolten, bierflesjes, schoenzolen incluis.” We zien een foto van de onderkant: rood, blauw, bruin. Het lijkt wel een schilderij. Soms schildert hij inderdaad over foto’s met olieverf.

Bij een viaduct in Duivendrecht zijn ook veel posters te vinden. Driessen: “Ik scheur de straatfoto’s eraf en die plak ik op een etalagepop. En daar maak ik weer foto’s van. Heel veel van die foto’s zijn aankondigingen van culturele evenementen. Dat zijn er zo veel. Je wordt er gek van. En dat laatste wilde ik weergeven. Van aantal mensen heb ik kritiek gekregen dat het te oppervlakkig is.” Hij laat nog een stukje verbrande duplo zien. “Hoe lelijke dingen mooi kunnen zijn.” Hij kreeg een uitnodiging voor een expositie in januari. “Dan laat ik foto’s van straatposters met (delen van) vrouwen zien.”

Outsider Art

Monica Jordense-Michalski kreeg de fotografie van huis uit mee. “Ik ben In Polen geboren en heb mijn jeugd in Frankrijk doorgebracht. Mijn ouders zijn kunstenaars en deden ook aan fotografie. Dus ik ook. Fotografie is iets wat je moet leren, bijvoorbeeld het toepassen van de lichtval, het ontwikkelen, het afdrukken. Fotografie is dus niet alleen kijken en afdrukken, zoals in de digitale fotografie veel gebeurt.”

Ze ging in Frankrijk naar de kunstopleiding (“ik was geïnspireerd door Edvard Munch”) en leerde daar ook de kunstfotografie kennen. Ze laat een zwart/wit foto zien van een muziekband met vijf personen. “Ik werk met een digitale camera, maar voor kunstfotografie nog steeds analoog. Vanaf 2008 ging ik voor TMG (de Telegraaf) foto’s maken van evenementen. Met Evertjan ging ik ook films maken over Outsider Artists.” Aloys: Wat is Outsider Art precies? Monica: “Het zijn kunstenaars die buiten het normale kunstcircuit werken. Ze zijn anders dan de anderen. We hebben veel samengewerkt met de Outsider Art Galerie van Bert Schoonhoven. Die was ondergebracht in een pand van Cordaan, naast de Hermitage. Daar werd werk geëxposeerd van mensen met handicaps die creatief aan de slag gingen. Later verhuisde die galerie naar het Hermitage Museum zelf. Die combineerde het werk van de Nederlandse artiesten met werk van buitenlandse outsider kunstenaars.”

Monica laat werk zien. Het is een grote variëteit, van romantische portretten van mensen, iphone foto’s van vogels, glamourfoto’s, onder meer van een actrice van Goede Tijden, Koningin Maxima bij de opening van de Outsider gallery in de Hermitage, haar hondje, erotische foto’s tot en met foto’s van (en films over) Rob Scholte en Micky Hoogendijk. “Dat programma heb ik van Evertjan overgenomen.”  In 2016 stopte ze met haar werk voor de krant. Haar volgend project is een expositie van haar werk in de Go Gallery.

Ka-Ho Pang

Ka-Ho Pang woont  sinds begin dit  jaar in Amsterdam. Hij is Frans-Chinees. “Mijn ouders vertrokken uit China naar Frankrijk, zij hebben geen educatie. Ze wilden dat wel voor mij. Ik heb aan de IGComp in Parijs de studie design engineering gedaan en daar mijn master in gehaald. Daarnaast begon ik foto’s te maken.” Na zijn studie ging hij het in praktijk brengen, in Hongkong. “Ik werkte voor mezelf, had een eigen studio. Ik maakte foto’s op straat.” Aloys: Hoe pakte je dat aan? “Ik ging uit, als je naar drink parties gaat, zijn de mensen bijzonder open.” We zien kleurenfoto’s van een fruitstal bij nacht en Chinese winkels. En heel veel zwart wit foto’s van Chinezen in Hongkong. “Ik maakte 5000 foto’s in drie maanden. Ik vergat te eten. Ik viel 30 kilo af.”

Ka-Ho deed het twee jaar lang en daarna veranderde hij van stijl. “Ik zat in een depressieve periode. Twee jaar heb ik geen foto’s gemaakt. Toen kreeg ik een Leica en begon ik weer.” Waarom was hij depressief geworden? Ka-Ho Pang: “Ik was depressief omdat ik met niemand kon communiceren. Mensen zijn op zichzelf gericht, communiceren niet meer met elkaar. Met mijn Leica ging ik dichter op de huid van mensen. Mensen denken dat ik toerist ben. Daarom kan ik ze gemakkelijk benaderen. Het is mijn bedoeling dat de mensen die ik vastgelegd heb via die foto met mij gaan communiceren.”

Hij laat een Music Magazine zien, het blad LiveXS waar portretfoto’s van hem in staan. We zien foto’s van Jan Smeets, de baas van PinkPop, de muzikanten Jeangu en Xillan Macrooy en een interviewserie in de Melkweg. Zijn straatfotografie:   https://www.instagram.com/kahopang/?hl=nl

Aloys dankt alle deelnemers van de Talkshow voor hun bijdrage.

De eerstvolgende, 210e Fotografenavond in Kalkhoven wordt op 17 september om 20.00 uur gehouden.

 

 

Reageren