Belgische Opstand

Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden was in 1815 ontstaan door het samengaan van de Zuidelijke Nederlanden (het huidige België) en de Noordelijke Nederlanden (het huidige Nederland). Al voor de samenvoeging zaten de inwoners van de Zuidelijke Nederlanden er niet echt op te wachten om overheerst te worden door een 'Hollandse' vorst. In de jaren na de samenvoeging bleek dat de deal voor de Zuidelijke Nederlanders inderdaad niet bepaald gunstig uitviel. Vijftien jaar na de samenvoeging waren de Belgen het zo zat dat ze in opstand kwamen. Op 25 augustus 1830 barstte de bom.

De inwoners van de Zuidelijke Nederlanden hadden goede redenen om zich zo op te winden. Zowel in het politieke bestuur als in de top van het leger overtrof het aantal Noordelijke Nederlanders het aantal zuiderlingen buitenproportioneel. Hoewel het zuidelijke deel van het koninkrijk veel meer inwoners had dan het noordelijke deel, kwam slechts vijftig procent van de parlementsleden, een op de vier ministers en een op de zes legerofficieren daar vandaan. De schulden van de oude staten werden samengevoegd en moesten door alle inwoners gelijkelijk worden opgebracht. De Zuidelijke Nederlanden hadden echter een veel lagere schuld gehad dan de noordelijke gebieden: de schuld van de laatsten was circa vijftig maal zo hoog dan de schuld van de eersten. De zuidelijke onderdanen voelden zich daarom sterk benadeeld. Tevens werden er in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden veel meer producten uit het buitenland - voornamelijk Engeland - gehaald, omdat ze daar goedkoper waren. De mensen uit de Zuidelijke Nederlanden, die voornamelijk van handwerk moesten leven, raakten daardoor hun - arbeidsintensievere, dus duurdere - producten steeds moeilijker kwijt en verloren een groot deel van hun inkomen.

Koning Willem I maakte zich niet bepaald geliefd in het zuiden. De koning wilde in het gehele land Nederlands tot de voertaal maken. In het zuiden sprak echter bijna iedereen voornamelijk Frans, zowel de gewone mensen als de elite. De katholieken, in de Zuidelijke Nederlanden een veel grotere groep dan in de Noordelijke Nederlanden, eisten vrijheid van onderwijs en vrijheid van godsdienst, maar dat zag de protestantse koning absoluut niet zitten. Al met al raakten de inwoners van de zuidelijke gewesten Willem I en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden echt beu.

Op de barricaden

De dag na de verjaardag van de koning zetten de zuiderlingen hun onvrede eindelijk om in daden. In het hele land vonden festiviteiten plaats vanwege die 'heuglijke' gelegenheid. De sfeer was echter niet bepaald gezellig. Vooral in Brussel heerste een opstandige sfeer. Allerlei activiteiten werden wegens dreigende onlusten afgelast, maar de opera in de Muntschouwburg ging gewoon door. Deze opera, La Muette de Portici, ging over de opstand van Napolitanen tegen de Spaanse overheersing in het jaar 1647. Een opvoering over een opstand te midden van een al opstandig volk, dat kon eigenlijk niet goed gaan. En inderdaad...

Tijdens de aria 'Amour Sacré de la patrie’ - heilige liefde voor het vaderland - kwam het tot een uitbarsting. Verschillende bezoekers stormden de schouwburg uit en de stad in, onderwijl schreeuwend om vrijheid en zelfstandigheid. De armen van Brussel sloten zich in hun wanhoop bij de burgers aan.

In de dagen die volgden, ontstonden ook in andere zuidelijke steden rellen en opstandjes. De regering probeerde met geweld orde op zaken te stellen, maar slaagde daar niet in. Zo werd op 23 september een inval in Brussel gedaan, maar het leger zag zich na drie dagen gedwongen de aftocht te blazen. Op 4 oktober 1830 riep het Voorlopig Bewind, een soort commissie van notabelen, die probeerde de Belgische zaak te bepleiten én de onrust in toom te houden, de onafhankelijkheid van België uit.

De Noordelijke Nederlanden legden zich daar niet bij neer. In augustus 1831 rukte het Nederlandse leger zelfs opnieuw op naar Brussel, in de hoop de stad te heroveren. Dat mislukte, maar daarmee was de kous voor de Nederlanders niet af. Aan de Westerschelde werden nieuwe forten opgetrokken, om de toegang tot de haven van Antwerpen te belemmeren en zo de Belgen dwars te zitten. Ondertussen bleven er onderhandelingen plaatsvinden, veelal in Londen. Pas in 1839 erkende Nederland de Belgische onafhankelijkheid.

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0