Sint-Maarten: waar bel je aan in de Bellamybuurt?

Aanbellen op Sint- Maarten doe je bij een huis met een duidelijke voordeur en een bel. De flat sla je over. Wat doet dit gegeven met de bewoners? Minke Wagenaar, architect en onderzoeker schreef een boek over de relatie tussen architectuur en welbevinden van de bewoners.

De fijnste huizen voor kinderen om aan te bellen in de Bellamybuurt staan in de Bellamystraat, Jan Hanzenstraat en Wenslauerstraat. In deze dorpsachtige omgeving wonen mensen nog achter een eigen voordeur. Kinderen weten doordat het licht brandt dat de bewoners thuis zijn. Omgekeerd weten die mensen zeker dat ze op 11 november kinderen aan de deur krijgen.

Bij de flat bel je niet aan

Een kind lbelt liever niet aan bij de nieuwbouwflat van de Buurtfabriek Ruimzicht aan het eind van de Bellamystraat. er is geen duidelijke relatie tussen  bel en het raam waarachter iemand woont. Of het licht boven aan is, kun je vanaf de straat niet zien. Bovendien kost het de kinderen teveel moeite om helemaal naar boven een galerij af te lopen. Hoogstens de eerste verdieping komt aan bod.

Uit gesprekken met de bewoners van de Bellamybuurt maakte Minke Wagenaar op dat Sint-Maarten in het ‘dorpsgedeelte’ leidt tot een grotere sociale interactie tussen mensen.  Maar mensen op een galerijflat voelen zich op Sint-Maarten nog eenzamer dan ze al waren, omdat niemand aanbelt.

Bellamybuurt
Afgezien van de flats is de Bellamybuurt in Amsterdam een ‘dorp in de stad’. De buurt vertoont een samenhangende ruimtelijke structuur die zijn oorsprong vindt in verkaveling van achttiende-eeuwse pleziertuinen, langs een pad met een sloot ernaast. En op de nog oudere middeleeuwse weren. Deze oorspronkelijke polderpaden liepen van oost naar west, tot aan de Kostverlorenvaart. In de negentiende eeuw werden hierlangs huizen gebouwd.