Bonifatius

In de zevende eeuw was het christendom nog niet bijzonder ver verspreid. Op het vasteland van Europa leefden nog grote groepen heidenen. In delen van Engeland had het christendom wel al voet aan de grond gekregen. Een groot aantal Engelse monniken wijdde hun leven aan het verspreiden van het ware geloof. Bonifatius (geboren als Wynfrith) was een van hen.

Toen Wynfrith zeven jaar oud was, kwam hij al in het klooster terecht. Daar was genoeg te doen: religieuze taken, huishoudelijke opdrachten, bijbelstudie, enzovoort. Wynfrith zag echter niet zoveel in het rustige, contemplatieve leven van de monniken. Hij wilde de wijde wereld in om Gods woord te verkondigen. Daarom vertrok hij in 716 naar het Europese vasteland, om daar de heidenen te bekeren. Hij ging naar ‘Frisia’ (letterlijk Friesland), grofweg het gebied langs de Noordzeekust tussen het huidige Zeeuws-Vlaanderen en Bremen. In dit uitgestrekte gebied was het christendom nog amper doorgedrongen.

Wynfrith's bekeringsmissie had weinig succes. In het najaar keerde de monnik alweer terug naar Engeland. Toen de abt van zijn klooster het jaar daarop stierf, werd Wynfrith gekozen tot nieuwe abt. De roeping om de heidenen te bekeren bleek echter vele malen sterker dan de behoefte om een eigen klooster te besturen en al na een jaar verliet de nieuwbakken abt zijn post.

Opdracht van de paus

In de herfst van 718 maakte Wynfrith een reis naar Rome. Daar bezocht hij paus Gregorius II. Deze wees hem Thüringen aan als missiegebied. Tevens gaf de paus Wynfrith een nieuwe naam: Bonifatius, naar de heilige van de voorafgaande dag (Bonifatius van Tarsus). De missionaris zou zijn oude naam nooit meer gebruiken.

In de volgende decennia werkte Bonifatius op verschillende plekken als missionaris. Na vier jaar kreeg hij van de paus de opdracht om de kerk in het gebied ten oosten van de Rijn vaste grond onder de voeten te geven. Tevens werd hij tot missiebisschop gewijd. In die hoedanigheid stichtte hij een groot aantal kloosters.

In 723 zou Bonifatius een zogenaamde eik van Jupiter of Donar hebben omgehakt, om te bewijzen dat de betreffende god niet bestond of in elk geval niet machtig genoeg was om een man van (de christelijke) God te treffen. Inderdaad overkwam de missionaris niets. Het hout van de boom werd gebouwd om een kapel te bouwen. Vele Franken lieten zich vervolgens bekeren tot het christendom.

In actie tegen de heidenen

In Frisia schoot het echter niet zo op met de kerstening. Op ruim tachtigjarige leeftijd keerde Bonifatius terug. Nog één keer wilde hij proberen zijn levensdroom te vervullen en de Friese heidenen te bekeren. Vergezeld door ruim vijftig geestelijken – en waarschijnlijk een flink aantal dienaren – trok hij in 754 naar Frisia. Hier vond hij echter ook zijn einde. Op 5 juni bestormde een groep heidenen het kamp van de bisschop en zijn metgezellen, nabij Dokkum. Alle christenen werden omgebracht. De missionaris werd daarna razendsnel een bekende martelaar, die door veel mensen vereerd werd.

Functie / titel:
monnik, missionaris, bisschop, martelaar, heilige
Plaats geboorte:
Crediton
Plaats sterven:
Dokkum
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
Crediton, Exeter, Nursling, Antwerpen, Utrecht, Fulda, Mainz
Persoonscategorie:

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0