Koningin Dido

Het Rijksmuseum van Oudheden is deze winter de thuishaven van een stukje zinderend Noord-Afrika. Carthago, de eeuwige rivaal van Rome, staat er tot 21 mei 2015 in het spotlicht in een spectaculaire tentoonstelling. De hoofdrol binnen de geschiedenis van de stad is ongetwijfeld weggelegd voor koningin Dido. Ook al is het waarheidsgehalte van haar levensverhaal onbekend, toch is haar naam synoniem voor Carthago en het Carthaagse Rijk. Dat hebben we te danken aan de dichter Vergilius, die haar noodlottige affaire met de held Aeneas vereeuwigde in het vierde boek van zijn epos Aeneis. Met als gevolg dat menig schrijver, componist en kunstenaar inspiratie putte uit het figuur van de tragische koningin.

De vroegste geschiedenis van Carthago is tot op zekere hoogte in nevelen gehuld. Archeologie kan ons vertellen over nederzettingspatronen en veranderingen in materiële cultuur vanaf de stichting van de stad tegen het einde van de negende eeuw voor Christus. Maar voor veel informatie over de geschiedenis van de stad zijn we afhankelijk van Griekse en Romeinse auteurs, die bepaald niet neutraal waren in hun geschiedschrijving. De enige overgebleven bron die uitvoerig ingaat op koningin Dido is Gnaeus Pompeius Trogus, een geschiedschrijver die in het tijdperk van keizer Augustus (en de dichter Vergilius) leefde. Zijn studie van Carthago is overgeleverd in samengevatte vorm in het werk van een latere historicus, Justinus. Volgens de samengevatte versie van Pompeius was de echte naam van Dido 'Elissa' en was ze een beeldschone prinses uit de Phoenicische stad Tyrus, in het huidige Libanon. Haar broer, Pygmalion, werd na de dood van hun vader verkozen tot koning. Elissa maakte geen aanspraak op de troon en trouwde met haar schatrijke oom, Acerbas. Daar had het gelukkig kunnen aflopen, ware het niet dat Pygmalion begerig was naar het goud van zijn oom. De jonge koning liet hem zonder gêne vermoorden. Elissa verzamelde een groep prominente burgers om haar heen en besloot per schip te vluchten voor haar moordadige broer.

Van prinses naar koningin

Elissa zette koers naar Noord-Afrika, waar verschillende Phoenicische koloniën te vinden waren. Daar werd ze warm onthaald door de lokale bevolking. Na onderhandelingen met de lokale koning Hiarbas kreeg de prinses een stuk land ter grootte één koeienhuid toegewezen. De vindingrijke Elissa sneed de huid in flinterdunne repen, en wist zo een hele heuvel te omcirkelen. Het zou het centrum worden van een nieuwe stad: Carthago. De nederzetting zwol aan met vluchtelingen en handelaren uit alle regio's, met Elissa als hun koningin. Het leken gouden tijden, tot koning Hiarbas lucht kreeg van het succes van het Carthaagse avontuur. Een vrouw alleen op de troon was niet acceptabel, en koning Hiarbas zag een mooie kans om zijn rijk(dom) te vergroten. Hij stelde een ultimatum: of Elissa zou met hem trouwen, of hij verklaarde Carthago de oorlog. Elissa koos voor haar volk, en stemde toe met het huwelijk. Ze liet een grote brandstapel aanleggen en grote hoeveelheid dieren offeren, alsof ze de geest van haar vermoorde echtgenoot tevreden wilde stellen. Op het moment suprême en in het bijzijn van haar volk, greep ze een zwaard, sprong ze op de brandstapel en maakte ze een einde aan haar leven - liever samen zijn met haar gestorven echtgenoot dat hem ontrouw zijn met een nieuwe man.

Poëtische vrijheden

Aldus Pompeius over het tragische lot van Elissa. Hoeveel er van waar is, is onbekend. Sommige historici gaan er van uit dat het verhaal Elissa een complete mythe is, andere geloven dat het misschien een echo bevat van een historische gebeurtenis. We kunnen er van uit gaan dat Pompeius niet de enige was die deze verhalen kende, en dat er ooit wellicht wel meer (en oudere) bronnen waren over koningin Elissa. Minstens net zo interessant echter is de tijd waarin de verhalen over Elissa op papier werden gezet. Pompeius schreef onder keizer Augustus, de eerste keizer van Rome. Tijdens zijn heerschappij was er in kunst en literatuur veel interesse in de oorsprong van Rome. Waarschijnlijk aangewakkerd door Augustus zelf, die zich erg interesseerde voor geschiedenis. Zijn publieke imago was daarnaast gebaseerd op ouderwetse soberheid en plichtsbesef, het soort waarden die aan de allervroegste tijd van Rome toegedicht werden. Elissa speelde in die geschiedenis van het vroege Rome geen rol van formaat, tot Vergilius haar mythe gebruikte voor een tragische liefdesplot dat het vierde boek van zijn epos Aeneis beslaat.

Vergilius, een van de meest getalenteerde dichters aan het hof van de nieuwe keizer, besloot om een episch dichtwerk te schrijven over de held Aeneas, de mythische stichter van het Romeinse volk. Wat de werken van Homeros voor de Grieken waren, dat zou het nieuwe dichtwerk over Aeneas voor de Romeinen moeten worden. In het dichtwerk van Vergilius vluchtte Aeneas samen met vader, zoon en een groep volgelingen uit Troje en kwam na heel wat omzwervingen terecht in Carthago. Daar regeerde koningin Dido over haar imperium. Vergilius volgde in grote lijnen de voorgeschiedenis van Elissa, en veranderde alleen haar naam.

Wanneer de koningin Aeneas ontmoet, neemt het verhaal van Vergilius echter een andere wending. Dido – een sterke vrouw die kan rekenen op het respect van haar volk, bondgenoten en vijanden – wordt geraakt door een pijl van Cupido, in opdracht van de oppergodin Juno. Die wil een stokje steken voor de plannen van Aeneas om naar Italië te reizen. Dido en Aeneas worden smoorverliefd. Tijdens een jachtpartij moeten beiden schuilen voor een storm. Ze raken hun jachtgezelschap kwijt, vinden een schuilplek in een grot en zijn daar voor de eerste keer samen alleen. In de donkere grot vliegen de vonken er van af en de liefde die Dido voor Aeneas voelde blijkt wederzijds.

De relatie tussen de koningin en de Trojaanse held wordt met de dag intenser. Even lijkt het alsof Aeneas zijn plek heeft gevonden in Carthago, tot oppergod Jupitter op de hoogte komt van de situatie. Hij stuurt Mercurius, de boodschapper van de goden, naar Carthago: Aeneas moet verder op zijn toch naar Italië. Met pijn in zijn hart maakt Aeneas zich klaar voor vertrek, terwijl Dido zich bedrogen en misbruikt voelt. Uit liefdesverdriet besluit koningin Dido een einde aan haar leven te maken. Net als Elissa laat Dido een brandstapel aanleggen en doorklieft zichzelf met een zwaard. Met haar laatste adem vervloekt ze Aeneas en zijn volgelingen; Didos volk (de Carthagers) en Aeneas volk (de latere Romeinen) zouden voor altijd vijand blijven.

Politieke ladingen

Vergilius maakt van zijn Dido een complexe vrouw. Ze is intelligent, vastberaden en een groot leider. Maar toch zitten er ook schaduwkanten aan Vergilius dichtwerk. In haar relatie met Aeneas is Dido afhankelijk, egoïstisch en irrationeel. Ze pleegt zelfmoord uit liefdesverdriet en laat daarmee haar volk in de steek: een schril contrast met Aeneas die zijn persoonlijke gevoelens juist opoffert om zijn lot te volbrengen. Het is niet geheel toevallig dat Dido deze negatieve kanten kreeg toegedicht: Vergilius werd waarschijnlijk geïnspireerd door het (Romeinse beeld van) Cleopatra, de Egyptische koningin die meerdere Romeinse generaals verleidde, in 31 v.Chr. overwonnen werd door keizer Augustus en vervolgens zelfmoord pleegde. Aeneas aan de andere kant wordt afgebeeld als een voorbeeldige Romeinse man: nobel, emotioneel terughoudend en bereid om alles op te geven voor het grotere goed. Geen wonder dus dat Aeneas vaak gezien wordt als amper verhulde metafoor voor keizer Augustus. Ook de historische dimensie is niet te miskennen: Dido/Elissa had in eerste instantie weinig van doen met de held Aeneas. Vergilius verknoopte bewust een aantal mythes om de Romeinse geschiedenis een glansrijk randje te geven. De oorlogen tegen Carthago waren geen expansiepolitiek, maar een eeuwenoude vete veroorzaakt door een wraakzuchtige "barbaarse" koningin.

Heldin voor de eeuwen

Ondanks die politieke lading is de Aeneis meer dan alleen propaganda. Juist doordat Vergilius Dido presenteerde als complex en volwaardig personage bleef ze voortleven als een tragische heldin. Menig later kunstenaar liet zich door Vergilius inspireren om zijn of haar eigen versie van het verhaal van Dido en Aeneas te vertellen. Van tijdgenoot Ovidius, die in zijn Heroides ('Heldinnenbrieven') een droevige brief van Dido aan Aeneas schreef; tot middeleeuwse dichters zoals Geoffrey Chaucer en Giovanni Bocaccio. Dido was populair onder Romeinse schilders, maar ook onder achttiende-eeuwse meesters als Tiepolo of Fuselli. Dido blijkt zelfs uiterst muzikaal, bijvoorbeeld in de opera Dido and Aeneas door de zeventiende-eeuwse Britse componist Henry Purcell. De aria When I am laid in earth (ook wel bekend als Dido's Lament), gezongen door Dido vlak voordat ze sterft, geldt als één van de dramatische hoogtepunten uit het hele barokke muziekrepertoire (zie boven). Of de opera Les Troyens van de negentiende-eeuwse Franse componist Hector Berlioz, die het verhaal van Dido en Aeneas gebruikte om zijn meest vernieuwende ideeën over muziek ten uitvoering te brengen. Elke kunstenaar geeft zijn eigen draai aan het karakter van Dido: de ene keer is ze wraakzuchtig en egoïstisch, de andere keer een domme vrouw die blind is gemaakt door de liefde, weer een de andere keer is ze een sympathieke heldin met een tragisch einde. Of de Carthagers zelf zich ooit zouden kunnen vinden in al deze versies van "hun" koningin Elissa/Dido, zullen we nooit weten. In dit geval zijn het de nakomelingen van Aeneas die de geschiedenis hebben geschreven.

Bijnaam / pseudoniem:
Elissa
Functie / titel:
mythische koningin, stichter
Plaats geboorte:
Tyrus
Plaats sterven:
Carthago
Sekse:
Vrouw
Woonplaatsen:
Carthago
Persoonscategorie:

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0