Lamoraal van Gavere

De graaf van Egmond (1522-1568) Lamoraal, graaf van Egmond, prins van Gavere, heer van Fiennes en Armentières, stadhouder van Vlaanderen en Artesië, heer van Gaasbeek, bevelhebber van de Spaanse legers in de Lage Landen, ridder van de Orde van het Gulden Vlies, wordt geboren in 1522 in Lahamaide (Henegouwen).

Hij stamt af van de Hollandse familie Egmond, die via lucratieve transacties een enorm
fortuin en bijhorende politieke invloed vergaard had in de kringen van het Habsburgse hof. Zijn vader was kamerheer en een persoonlijke vriend van keizer Karel V. Hij vocht meermaals aan diens zijde. De graaf van Egmond, die tot de hoogste adel in de Nederlande behoort, huwt in 1544 in het Duitse Speyer met Sabina van Beieren. Samen hebben ze elf kinderen. Datzelfde jaar nog wordt hij ridder van het Gulden Vlies en treedt hij in dienst in het Spaanse leger. De graaf van Egmond vergezelt keizer Karel V (1500-1558) én Filips II (1527-1598) op hun veldtochten. Verschillende overwinningen op de Fransen in 1557 en 1558 leveren hem in 1559 onder Filips II de titel op van stadhouder van Vlaanderen en Artesië. Als edelman maakt hij deel uit van de Raad van State. Samen met prins Willem van Oranje (1533-1584) en de graaf van Horne (1524-1568) verzet hij zich tegen de Spaanse inquisitie.

In 1564 vertrekt Kardinaal Granvelle, de vertrouwensman van Filips II, terug naar Spanje, Egmond verzoent zich met de Spaanse koning. In 1565 koopt de graaf van Egmond de heerlijkheid van Gaasbeek (en dus ook het Kasteel van Gaasbeek). De graven van Egmond en van Hoorn sluiten in 1565 aan bij het Eedverbond der Edelen, waarin enkele calvinistische edelen uit de Nederlanden zich verenigen tegen het bewind van Filips II. Lamoraal wordt naar Filips II gestuurd om hun zaak te bepleiten, maar wordt met een kluitje in het riet gestuurd. Hij laat zich gedesillusioneerd voor de kar van de prins van Oranje
spannen. Finaal breekt naar aanleiding van de Beeldenstorm in 1566 met de prins van Oranje en meent zijn loyauteit op die manier opnieuw aan Filips II te betuigen.

In augustus 1567 wordt de hertog van Alva naar de Lage Landen gestuurd. In september worden de graven van Egmond en Hoorn beschuldigd van majesteitsschennis, rebellie en calvinistische sympathieën en met goedkeuring van koning Filips II aangehouden. Ze worden in Gent opgesloten. Op bevel van Alva worden zij op 5 juni 1568 op de Brusselse Grote Markt onthoofd. Filips II wil op die manier het laatste streven naar meer godsdienstvrijheid in de Zuidelijke Nederlanden in de kiem smoren. Egmond wordt in Zottegem begraven.
Na zijn dood worden zijn bezittingen door de kroon aangeslagen. Weduwe Sabina van Beieren trekt zich terug in de abdij van ter Kameren in Elsene. Later zorgt Alva ervoor dat zij terug haar intrek kan nemen in Gaasbeek, met een jaarlijkse toelage van 12.000 florijnen. Maar die volstaan niet om de torenhoge schulden af te lossen. Tijdens de romantiek groeit de fascinatie voor de graaf van Egmond en wordt hij een populair thema in literatuur en kunsten. Hij groeit uit tot een nationale held van het jonge Belgische Koninkrijk en wordt aansluitend ook gerecupereerd binnen de Vlaamse Beweging. 

Functie / titel:
Graaf van Egmont
Plaats geboorte:
Elsele
Plaats sterven:
Brussel
Sekse:
Man

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0