De Amstelkerk is een houten kerk in Amsterdam, gebouwd tussen 1668 en 1670, naar een ontwerp van de stadsbouwmeester Daniël Stalpaert. Napoleon had er meer dan een eeuw later zo zijn eigen plannen voor.
Stalpaert, die ook werk verrichte aan het Paleis op de Dam, moest noodgedwongen kiezen voor een simpele houten kerk. De kerk werd namelijk in alle vaart op de hoek van het Amstelveld gebouwd om aan de grote instroom van nieuwe inwoners van de stad voldoen. Het plan was dat er later een stenen kerk gebouwd zou worden, maar die is er nooit gekomen. Stalpaert ontwierp een strak geometrisch, kubusvormig kerk. Het ontbrak volledig aan verfraaiing en de kerk heeft dan ook veel weg van een oude predikschuur.
Al snel werd duidelijk dat de plannen voor een meer permanente kerk op de lange baan werden geschoven: in 1673 werd de Amstelkerk namelijk voorzien van een bakstenen aanbouw en kosterswoning. In 1755 werd een nieuwe, horizontale betimmering aangebracht.
Hemelse stal
De meest opmerkelijke gebeurtenissen in de geschiedenis van de kerk vond plaats tijdens het bezoek van Napoleon aan Amsterdam in 1811. Om de paarden van Napoleon en zijn gevolg een plek te geven, werd de Amstelkerk en het Amstelveld tot keizerlijke stal gemaakt.
In de loop van de 19e eeuw vond de eerste grondige verbouwing plaats. De kerk kreeg een neogotisch interieur mét decoraties. Door het teruglopend kerkbezoek besloot de Hervormde Gemeente in de jaren '80 van de 20e eeuw om de kerk af te stoten. Het gebouw werd door de Amsterdamse Maatschappij voor Stadsherstel opgekocht en gerestaureerd. Inmiddels huist het gebouw het kantoor van Stadsherstel Amsterdam, een restaurant en een concertzaal.
