Kasteelpark & Duivelsbrug

Horizontal tabs

Beschrijving

Het Kasteelpark verwijst uiteraard naar het voormalige kasteel van Lembeek of Broederkasteel dat vele hedendaags Lembekenaren nog gekend hebben.  

De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan terug tot het neolithicum (2600-1600 jaar voor Christus). Reeds in de tweede helft van de 19de eeuw werden er diverse prehistorische voorwerpen (o.a. bijlen in silex) gevonden bij het graven van de kasteelvijvers. Deze voorwerpen werden bewaard op het kasteel van Lembeek. Een gedeelte ervan berust thans in de verzamelingen van het museum voor kunst en geschiedenis in het Jubelpark.

De oudste sporen van een versterkte woning of kasteel dateren uit de 12de-13de eeuw en zijn teruggevonden op de plaats waar later het 17de eeuwse kasteel verrees. Op het einde van de 12de eeuw was Lembeek uitgegroeid tot een ware twistappel tussen de graaf van Henegouwen en de hertog van Brabant. Het lag immers op de grens van het toenmalige graafschap van Henegouwen en het hertogdom Brabant. Het gevolg van al deze herrie was dat er een heuse oorlog uitbrak tussen beide heerschappen met als inzet het bezit van Lembeek. Het zal dan ook niemand verwonderen dat er in die periode in Lembeek allerhande versterkingen opgetrokken werden.

Dat juist die plek aan de Zenne uitgekozen werd voor het optrekken van een burcht was zeker geen toeval. De plaats was vanuit strategisch standpunt bijzonder goed gelegen. In Lembeek maakte de Zenne een geweldige meander van ongeveer 800 meter diep waarvan de huidige Torenvijvers nog overblijfselen zijn. Dit fenomeen is te verklaren door de cambriumrots die hier aan de oppervlakte komt  waardoor de rivier haar weg moest zoeken langsheen het rotsmassief. De toegang tot de meander werd gedomineerd door een metershoge uitstulping van het rotsmassief en bovendien was de meander juist op die plek het smalst. Deze situatie leende zich dan ook uitstekend voor het bouwen van een burcht: goede funderingen, aanwezigheid van bouwmateriaal, een goed zicht op de directe omgeving en omgeven door water.

In 1194 eindigde de fameuse "Oorlog om Lembeek" onbeslist met als gevolg dat Lembeek een vrijgebied werd. De heerlijke macht over Lembeek werd verdeeld onder de vazallen van beide partijen. Voor de graaf van Henegouwen werd dit het huis van Edingen, vanouds reeds verbonden met Lembeek, en voor het hertogdom Brabant de heren van Gaasbeek uit het huis van Leuven. Hierdoor werd vermeden dat één van beide partijen een invloed van betekenis kon uitoefenen zonder instemming van de andere partij.

De gevolgen van dit alles waren verstrekkend. De heren van Lembeek bezaten de soevereine macht over hun grondgebied: zij hadden de rechtspraak in handen, benoemden de magistraten, hadden het recht om asielrecht aan misdadigers te verlenen, enz. Ook de Lembekenaars bezaten heel wat privilegies waarvan deze op economisch gebied de meest belangrijke waren. Zo waren de Lembeekse handelaars vrijgesteld van alle belastingen, tolrechten en accijnsrechten waardoor zij een stevige voorsprong hadden op hun concurrenten. Produkten zoals bier en jenever werden in Lembeek dan ook in grote hoeveelheden geproduceerd en vonden - door hun lage prijzen - een gretige afzet in de wijde omgeving.

Een ander gevolg was de feitelijke demilitarisatie van Lembeek. De oude versterkingen hadden hun functie verloren en vervielen geleidelijk aan in puin. Aan de hand van een figuratieve kaart van de vrijheid Lembeek, getekend door Mathieu Bollin op het einde van de 16de eeuw, kunnen we ons een zeer goed beeld vormen van het huidige Kasteelpark. De oude burcht was in puin gevallen  maar in de directe omgeving bevond zich nog wel een oude vestingtoren (kant papierfabriek). Doorheen de meander liep een weg : deze vertrok aan de kerk en sloot aan op de huidige Botermelkstraat. Opvallend zijn wel de talrijke huizen die zich in de meander langsheen deze weg bevonden. Het bewijst dat het dorp Lembeek zich destijds had ontwikkeld binnen deze meander onder bescherming van een versterkte burcht. Er was tenslotte ook de dubbele watermolen op de Zenne (ter hoogte van de huidige papierfabriek).

Op het einde van de 16de eeuw werden de heerlijke rechten van Lembeek verworven door Jean Grusset, genaamd de Richardot. In 1618 begon zijn zoon Willem de Richardot aan de bouw van een nieuw kasteel. Archeologisch onderzoek toonde aan dat dit op de funderingen van de oude burcht gebeurde. Onze kersverse kasteelheer oordeelde evenwel dat bij een kasteel een park hoorde met als gevolg dat alle bewoners binnen de Zennemeander "onteigend" werden en elders woonst moesten zoeken. Pas vanaf dat moment kunnen we van een "kasteelpark" spreken. Naast het kasteel werden diverse bijgebouwen opgetrokken zoals een hoeve, stallingen en verblijven voor de dienstboden. Samen met de gebouwen van het klooster-godshuis vormde het één groot complex. Dit klooster-godshuis werd vermoedelijk opgericht in het begin van de 14de eeuw (ten laatste in 1310) en diende aanvankelijk als opvangcentrum voor de talrijke bedevaarders die het graf van Sint-Veroon bezochten. Zij vonden er onderkomen voor één nacht. Vergeten we ook niet dat Lembeek op de weg lag van de bedevaartroute naar Santiago de Compostela. Het klooster werd bediend door de Augustinessen van Edingen. Het klooster van Lembeek was het derde dat gesticht werd door Marie de Rethel, de derde echtgenote van Walter I van Edingen. Haar grootmoeder langs moederszijde, Alix de Rosoit, stichtte het befaamde hospitaal van Lessines en het is dan ook niet verwonderlijk dat Marie de Rethel zich door dit voorbeeld liet inspireren. Tijdens de Franse overheersing werd het klooster opgeheven en de onroerende goederen openbaar verkocht.

In 1853 verwierf jeneverbaron Paul Claes het kasteeldomein van de hertog van Ursel en startte prompt met de restauratie van het kasteel en het park. Hij liet de huidige Malakofftoren optrekken en vijvers graven. Naast het kasteel bouwde hij een wintertuin. Door de aanleg van het kanaal Brussel-Charleroi werd het kasteeldomein doormidden gesneden waardoor de loop van de Zenne een flink stuk ingekort werd. De beide delen van het park bleven evenwel met elkaar verbonden (via de "Duivelsbrug" over de Zenne en het "souterrantje" over het kanaal). Met de aanleg van het nieuwe kanaal in de jaren dertig werden beide delen definitief van elkaar gescheiden. Het natuurgebied - dat we thans kennen als de Grote Zenne - werd aangekocht door de overheid.

In 1904 verwierven de Broeders der Christelijke Scholen het kasteeldomein. Zij vestigden er hun administratieve hoofdzetel. Nieuwe gebouwen werden in snel tempo opgetrokken om de vloed van broeders te kunnen opvangen. Aan tuin en park werd zeer veel aandacht geschonken. Een boomgaard en moestuin mochten niet ontbreken. Met het vertrek van de broeders op het einde van de jaren zestig begon ook de periode van verval voor het domein met als klap op de vuurpijl de afbraak van het 17de eeuwse kasteel door de nieuwe eigenaar in 1971.

In zitting van 23 oktober 1980 besliste de gemeenteraad van Halle het domein aan te kopen. Het zou evenwel nog duren tot in 1985 vooraleer de stad Halle zich definitief eigenaar kon noemen van het 6 ha grote domein. Voor het financieren van de aankoop moesten immers subsidies aangevraagd worden en de procedure hierrond nam heel wat tijd in beslag.

Intussen waren ook een aantal vrijwilligers - op initiatief van Davidsfonds-Lembeek en archeoloog Dr. R. Borremans - met opgravingen gestart. Hierdoor werden heel wat nieuwe en verrassende gegevens ontdekt over de bouwgeschiedenis van de opeenvolgende burchten.

Met de herinrichting van het Kasteelpark werd begonnen in 1993. De oude en vervallen gebouwen aan de Bondgenoten- en Gasthuisstraat werden afgebroken en het voorste gedeelte van het domein werd als park heringericht. Het resterende deel van de gebouwen werd inmiddels verfraaid. 

Adres

1502 Lembeek, België

Facilities

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0