Sjoel (joods leerlokaal), joods theologisch seminarium en synagoge

Horizontal tabs

Beschrijving

Inleiding

In 1881-1883 tot stand gekomen SJOEL (joods leerlokaal), joods theologisch SEMINARIUM en SYNAGOGE naar ontwerp van de architecten G.B. Salm en A. Salm G.B.zn. in een eclectische stijl. In 1883 verhuisde de opdrachtgever, het college Beth Hamidrasj Ets Chaïm (Leerschool Boom des Levens), van de Amstelstraat - waar het een leerlokaal boven de Dritt Sjoel had - naar dit gebouw. De bouw stond onder beheer van de architecten; de laagste inschrijver bij de aanbesteding was E.M. Rood, de toekomstige architect van de joodse gemeente. Het voorgedeelte van het gebouw bevatte een spreekzaal, studeerkamers, een bestuurskamer, een graankamer op de eerste verdieping, schoollokalen, een bibliotheekzaal over de volle breedte van de tweede verdieping en een conciërgewoning; de achterzijde werd ingenomen door een nagenoeg vierkante synagoge met galerijen op gietijzeren kolommen langs drie zijden en een bijzondere houten zoldering. De Arke was geplaatst in een nis met omlijsting in Oriëntaalse stijl; deze was in het oorspronkelijk ontwerp niet voorzien. De Arke - deels in een kleine uitbouw tegen de achtergevel - was een vereenvoudigde navolging van die van de Portugees-Israëlitische synagoge. In oorsprong bevond zich tussen het voor- en achtergedeelte een trappenhuis en een kleine open binnenplaats. Na de tweede wereldoorlog werd het gebouw als fabrieksruimte in gebruik genomen. In 1973 werd het ingrijpend verbouwd onder leiding van architect H.F. Rappange; het bevat nu de kantoorruimten van verschillende instellingen. De huidige traveeën van glas en ijzer tussen de brede en kolossale lisenen werden toen geplaatst. Hierbij is gebruik gemaakt van zware ijzeren profielbalken, die ook in de oorspronkelijke gevel - zij het niet op dezelfde hoogte - en deels in het zicht aanwezig waren. De gietijzeren kolommen van de voormalige synagoge zijn vervangen door profielstaal (H-staal).

Omschrijving

Het gebouw is met voor- en achterdeel op een rechthoekig grondplan ontworpen; het voorgedeelte onder een geknikt schilddak, het lagere achtergedeelte onder een zadeldak met brede schilden onder een flauwe helling. Zowel het voorgedeelte als de lagere achterbouw met de voormalge synagoge zijn onderkelderd. De voorgevel heeft nog de oorspronkelijke vier lisenen; deze geven nog het beeld van de oude gevel: een natuurstenen plint en basement met profileringen, metselwerk in rode baksteen met spaarvelden, tussen de verdiepingen een natuurstenen bekleding met profileringen en decoraties, en een houten gootlijst op natuurstenen consoles tegen een dito fries met cirkelvormige versiering in cassetten. De smallere middentravee wordt afgesloten door een rond venster waarin in oorsprong een davidster, onder gepleisterde halfronde boog onder geprofileerd fronton. De hoeklisenen worden bekroond door een natuurstenen kussenvormige afdekking. De gevel heeft een inscriptie met het bouwjaar volgens de joodse jaartelling '5543' in Arabische en Hebreeuwse cijfers. De toegang ligt in het midden van de gevel en heeft een portiek met spaarvelden aan weerszijden en kleine gemetselde lisenen met bewerkte natuurstenen consoles. Tussen de plint en de gevelbeëindiging bevinden zich tussen de lisenen van de voorgevel vier- slechts door ijzeren balken gescheiden - vierentwintig- ruits vensters met stalen roedenverdeling; de vensters van de middentravee zijn smaller en hebben een zestien- of negenruits roedenverdeling. De gepleisterde zijgevels van het voorgedeelte zijn blind en hebben staafankers. Het lagere achtergedeelte heeft zijgevels met vijf vensterparijen bestaande uit een getoogd bovenvenster, een kalf in het gevelvlak en een benedenvenster.

Waardering

Voormalig joods leerlokaal, dito theologisch seminarium en synagoge uit 1881-1883 van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, typologische en resterende architectuurhistorische waarde. De nabijheid van diverse (voormalige) synagogen en (voormalige) joodse instellingen als het eveneens aan de Rapenburgerstraat gelegen Nederlands Israelitische Meisjesweeshuis plaatst deze creatie van de architecten G.B. Salm en A. Salm in een historisch ensemble, hetgeen een belangrijke meerwaarde vormt.

Overige synagogen. In het 18de-eeuwse dubbele herenhuis Rapenburgerstraat 173 werd in 1799 een synagoge ingericht voor de Neie Kille Adath Jesjoeroen, een afgescheiden groep vooruitstrevende joden (herenigd 1808). In 1839 kwam het gebouw samen met Rapenburgerstraat 175-177 in gebruik als seminarium. In 1952 zijn ingrijpende wijzigingen uitgevoerd en in 1972 is het interieur door brand verwoest. Het naastgelegen Ned. Isr. Meisjesweeshuis (Rapenburgerstraat 171) werd in 1861 gebouwd naar plannen van J.S. Baars en in 1889 uitgebreid met het buurpand (nr. 169). De voorm. synagoge Beth Hamidrasj Ets Chaïm (Rapenburgerstraat 109) werd in 1881-'83 gebouwd voor de in 1740 gestichte en tot joods theologisch seminarium uitgegroeide ‘Leerschool Boom des Levens’. Het door G.B. en A. Salm in eclectische stijl ontworpen gebouw heeft een gevel met hoge puien van glas en ijzer, een pilastergeleding en boven de middentravee een fronton-achtige puntgevel. In het voorhuis bevatte het pand een bibliotheek en studie- en andere zalen. Na jarenlang gebruik als fabriek is het pand in 1973 ingrijpend verbouwd. Nu is hier het Nieuw Israëlitisch Weekblad gehuisvest. De voorm. Russensjoel (Nieuwe Kerkstraat 149) is een diep pand met midden-18de-eeuwse klokgevel. Hier werd in 1883 de synagoge ‘Nidchei Jisroeil Jechanneis’ (de Verdrevenen van Israël zal Hij verzamelen) gevestigd. De ramen kregen toen hun aparte roedeverdeling en in de pui werd een rondvenster met Davidster aangebracht.

Adres

Rapenburgerstraat 109
1011 VL Amsterdam

Openingstijden

Website

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0