Stadsschouwburg Utrecht

Horizontal tabs

Beschrijving

Inleiding

De STADSSCHOUWBURG op het Lucasbolwerk is in 1939-1941 gebouwd naar ontwerp van architect W. M. Dudok. De opdracht die Dudok in 1937 van het gemeentebestuur van Utrecht ontving betrof de bouw van een schouwburg voor ongeveer 900 bezoekers, met een café-restaurant en een feestzaal. Alle ruimten dienden onafhankelijk van elkaar te kunnen worden gebruikt. Dudok ontwierp het gebouw aan het water, met het restaurant gekeerd naar de verkeerskant en de schouwburg aan de plantsoenzijde. Het café-restaurant situeerde hij op de verdieping, zodat niet alleen een fraai uitzicht op de stad werd verkregen, maar ook creëerde hij zo de mogelijkheid op de begane grond voor een ruime vestibule en garderobe. In het definitieve ontwerp kwam nog een aparte opgang voor het restaurant (Esplanade). Het gebouw kreeg de meest moderne technische installaties van dat moment. De schouwburg is geopend in september 1941. In 1942 is een extra toegang gemaakt vanuit de foyer op de begane grond naar het terras aan de parkzijde.

Na de oplevering zijn er nog verscheidene verbouwingen geweest. De meest ingrijpende zijn die uit 1974 en 1994 geweest. Hier bij is respectievelijk de oorspronkelijk gesloten pui van de begane grond vervangen door een glazen pui, het entreegebied deels heringericht. De (later aangebrachte) kantoorruimte aan de zuidzijde is weer afgebroken. Het esplanade-restaurant op de verdieping is heringericht tot foyer. De feestzaal op de tweede verdieping is verbouwd tot Blauwe Zaal met entree aan de zijde van de Lucasbrug. In 1981 is er op de hoek waar zich de toegang tot het restaurant bevond een kunstwerk 'zonder titel' van beeldhouwer Leo de Vries geplaatst. Dit alles is uitgevoerd naar ontwerp van Architectenbureau Wouda bv. In 1994 is de toneeltoren met bijbehorende technische ruimten en spelersruimten aanzienlijk vergroot wederom door architectenbureau Wouda, architect Erik Knippers. De vernieuwde toneeltoren heeft in de architectuurpers aanleiding gegeven tot uiteenlopende opvattingen. Tenslotte heeft in 2002 een verbouwing onder leiding van Monk architecten in samenwerking met Paul van Dam plaatsgevonden. Hierbij is uitgegaan van een gedeeltelijke reconstructie van het oorspronkelijke plan. De foyer op de verdieping is weer als restaurant in gebruik genomen Het entreegebied is heringericht met het karakteristieke lage plafond.

Omschrijving

STADSSCHOUWBURG gelegen op de overgang tussen Zocherplantsoen en stadsbuitengracht met de achtergevel in het water. Gebouw in de voor Dudok karakteristieke architectuur zich uitend in de zorgvuldige compositie van volumes, lijnen en vlakken en het gebruik van lichte geelwit geglazuurde steen en stalen raampartijen. De ruimtelijke opzet van het gebouw bestaat uit een L-vorm met in de grote 'staande' poot de schouwburgzaal met toneeltoren en foyer en in de gebogen 'liggende' poot de entree en vestiaires. De verschillende functies zijn uitwendig herkenbaar in de in hoogte verspringende volumes met platte daken. Aan de parkzijde (zuid) heeft het gebouw een licht gebogen, horizontaal gelede vorm met een nadrukkelijk open en gesloten gevelbeeld in ten opzichte van elkaar verspringende delen. De toegangspartij aan de rechterzijde wordt geaccentueerd door de elegant gebogen luifel op slanke zuilen. Tegen de uiterst linker travee is een verguld beeld (1941 ) voorstellende een muze figuur met olijftak en toneelmasker 'De verhevenheid der kunst boven de nood des tijds' van de hand van Jan Eloy Brom aangebracht Aan de waterzijde (noord) zijn de volumes groter en vlakker. De verdeling van gesloten en open gevelvlakken is precies omgekeerd aan die van de voorzijde. Het meer gesloten deel vertoont een ritme van kleine vensteropeningen. De gevel van de foyer is opengewerkt met grote vensters en openslaande deuren naar het balkon boven het water. De (vernieuwde) toneeltoren vormt een markant verticaal element. De zijgevel (oost) aan de straatzijde is relatief smal met karakteristiek rond venster. De hoekpartij met de voorgevel was oorspronkelijk open met een nu nog aanwezige zuil op de hoek. Hier bevond zich een hoge trap die toegang gaf tot het restaurant. De hoek is thans gesloten. De eenlaags aanbouw is van 1958-'60. De zijgevel (west) aan de parkzijde is grotendeels gesloten met alleen een groot venster ter plaatse van het trappenhuis.

In het interieur zijn alle ruimten met een eigen karakter vormgegeven, maar wel onderling sterk verwant in stijl. Het betreft de entree en vestiaires, de hal, de foyers, de trappenhuizen en de ruimten van café-restaurant. Opmerkelijk is de ruimtelijke opvatting van de architect waarbij de entree en de hal met de vestiaires relatief laag is, waarna men de hoge, 'feestelijke' ruimte van de grote hal voor de zaal en de foyer rechts van de zaal betreedt. Op het knooppunt van deze ruimten leidt een brede trap naar de verdieping. Hiervandaan heeft men zicht op de onderliggende hal. Daarnaast is hier de toegang tot het balkon in de zaal en het restaurant. De overige trappenhuizen hebben een meer uitgesproken verkeersfunctie, maar vooral het linker trappenhuis heeft door het grote venster in de zijgevel veel allure. De zaal en het toneel zijn in de loop van de tijd verscheidene malen aangepast aan de zich ontwikkelende toneeltechniek en het bezoekerscomfort. Er is één balkon tegen de achterwand van de zaal. Voor de afwerking is gebruik gemaakt van materialen als zwart-wit geaderd marmer voor de vloeren en wanden bij de entree en de trappenhuizen. Naast de toepassing van staal voor de raam- en deurpartijen wordt dit materiaal ook teruggevonden in de trapleuningen. Andries Copier heeft zowel de geïntegreerde glazen verlichting in de plafonds als de grote staande glazen verlichtingsarmaturen in de foyer ontworpen. Het gebouw heeft een kelderverdieping waarin technische ruimtes, opslag- en dienstruimtes zijn ondergebracht.

Waardering

STADSSCHOUWBURG van algemeen belang vanwege

- Cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een schouwburg met feestzaal en restaurant voltooid in oorlogstijd;

- Architectuurhistorische waarde als voorbeeld van werk van W.M. Dudok in voor hem karakteristieke stijl met medewerking van A. Copier (lampen) en J.E. Brom (beeld) en de wijze waarop Dudok de verschillende functionaliteiten tot een theatrale en bewust 'feestelijke' eenheid heeft weten te verbinden.

- Van stedenbouwkundige waarde vanwege de ligging op de grens van plantsoen en singel en daar een markante verschijning.

Adres

Lucasbolwerk 24
3512 EJ Utrecht

Openingstijden

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0