Dorre aarde

Maakbare natuur? Restauratie ecologie

Tikkende tijdbom De woestijn rukt op

Groen sprookje De man die een bos plantte

ITIN Social

  • Gerard Verbeek
  • Truus Gerritsen
  • Ans Hazenbrouck

Nog geen reacties

Dorre aarde

Introduction

Maakbare natuur?

Door een groeiende bevolking en klimaatverandering staan bestaande ecosystemen steeds meer onder druk, met als gevolg het verdwijnen van plant- en diersoorten en aantasting van de grond. In respons op deze ontwikkeling, onstond in de jaren tachtig een nieuwe vorm van natuurbehoud: de restauratie ecologie. Restauratie ecologie richt zich op het "restaureren" van verdwenen landschappen, te vergelijken met de restauratie van bijvoorbeeld een kunstwerk. Er wordt flink ingegrepen in de structuur van een landschap (bijvoorbeeld door menselijke bebouwing te verwijderen) en verdwenen plant- en diersoorten worden opnieuw in een gebied geïntroduceerd. Anders dan een schilderij is een ecosysteem altijd in beweging: er is geen één perfect moment waarop een landschap 'echte natuur' was. Het zetten van een einddoel voor een ecologisch restauratieproject is dan ook meestal enigzins arbitrair: er wordt in veel gevallen gemikt op de algemene staat van een landschap voor menselijke beïnvloeding, maar dit is niet altijd mogelijk. De aanpak verschilt dan ook per project. Soms worden alle restanten van menselijke beïnvloeding van het landschap weggehaald inclusief non-native species die met mensen zijn meegekomen, zoals bijvoorbeeld konijnen of ratten. Meestal wordt er echter een middenweg gevonden die het landschap in hoge mate herstelt maar ook ruimte biedt voor latere toevoegingen. De vraag rijst of een ecosysteem dat door mensenhanden gemaakt is, wel 'natuurlijk' is. Critici wijzen erop dat het restaureren van ecosystemen een zeer kostbare hobby is, die uiteindelijk helemaal geen 'echte natuur' oplevert. Pleitbezorgers van de restauratie ecologie wijzen er echter juist op dat het niet alleen gaat over het herstellen van een landschap, maar ook het redden van uitstervende soorten, het herstellen van natuurlijke goederen zoals vers water of vruchtbare grond en het ondersteunen van lokale gemeenschappen die leven van landbouw of natuurlijke grondstoffen.

Tikkende tijdbom

De wereldbevolking is in de afgelopen eeuw explosief gestegen. Medische doorbraken en betere landbouwtechnieken betekenen dat grote delen van de wereldbevolking langer in leven blijven en meer kans hebben om zich voort te planten. Van twee miljard mensen in 1927 staat de teller inmiddels op zeven miljard. De prognose is dat de groei zal blijven aanhouden en rond het jaar 2050 de tien miljard bereikt. De grote bevolkingsgroei betekent een aanslag op veel ecosystemen. Bossen worden gekapt voor grondstoffen en om plaats te maken voor landbouwgrond. Grasland wordt overbegraasd om in de groeiende vraag naar voedsel te voorzien. Met als resultaat dat veel vegetatie verdwijnt, erosie inzet, de grond verarmt en de woestijn oprukt. De effecten van dit proces worden versterkt door klimaatverandering. Zo zorgen hogere temperaturen en wispelturig weer ervoor dat planten die het toch al moeilijk hadden, nog verder teruggedrongen worden. Ook gebrekkige landbouwtechnieken hebben zo hun bijdrage: boeren in ontwikkelingslanden hebben niet dezelfde toegang tot machines, kunstmest en superieure landbouwgewassen als hun westerse collega's, waardoor inefficiënte landbouwpraktijken noodgedwongen in stand moeten worden gehouden. 'Verwoestijning' vormt een enorm ecologisch probleem. Per locatie kunnen de oorzaken sterk verschillen. Zo spelen in Midden-Afrika en Midden-Azië de verouderde landbouwtechnieken en lokale overbevolking een grotere rol dan in de Verenigde Staten. Wat de oorzaken ook zijn, de gevolgen zijn niet alleen slecht voor de natuur. Het oprukken van de woestijn leidt tot ingrijpende sociale veranderingen. Boerenfamilies moeten hun land verlaten en trekken naar de grote steden in de hoop op werk. Aldaar komen ze vaak terecht in sloppenwijken en de criminaliteit.

Groen sprookje

Vlakbij Indiase plaatsje Kokilamukh, langs de Brahmaputra rivier, lag tot enkele decennia geleden een zandbank. Waar er in een ver verleden misschien een groots bos had gelegen, resteerde nu alleen nog een dorre vlakte. In 1979 kwam de jonge Jadav Payeng langs deze plek en trof er talloze restanten van gestorven slangen aan. De beesten waren meegevoerd in een overstroming, maar gestorven op de levenloze zandbank door een gebrek aan schaduw en voedsel. Naar eigen zeggen roerde het Jadav tot tranen. Hij sloot zich aan bij een lokaal herbeplantingsproject van de overheid in 1980. Na vijf jaar zat het project erop, maar Jadav bleef. Met eigen handen verzorgde hij de geplante bomen en begon met het planten van nieuwe vegetatie. Jadav kreeg van de nabije dorpsbewoners de bijnaam "Molai" en hij werd al snel een lokale legende. Vierendertig jaar later staat er op de dorre zandbank een groot, dichtbegroeid woud, volledig geplant door Jadav. Het nieuwe bos werd al snel naar zijn maker vernoemd. Het Molai woud beslaat inmiddels zo'n 550 hectare. Onder de bladeren leven niet alleen grote groepen herten en apen, maar ook zeldzame Bengaalse tijgers, Indische neushoorns en een kudde van meer dan honderd olifanten. Het bos wordt nog steeds dagelijks onderhouden (en uitgebreid) door Jadav, die er in een hutje woont samen met zijn vrouw en drie kinderen.

Circa:
Nee

Adres

Nederland

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0