Bewaker op Fort Benoorden Spaarndam

Jacobus Berkhof, geboren op 3 januari 1927, werd 2 januari 1950 in Den Helder aangenomen als beambte bij het Marine Wakers Korps. Als burgerambtenaar bij het Ministerie van Defensie was hij gerechtigd tot het dragen van een pistool. De Marine had rondom de Buskruithaven Buitenhuizen vijf forten in gebruik als magazijn. Koos had als standplaats het Fort Benoorden Spaarndam en diende af en toe in St. Aagtendijk, Zuidwijkermeer en Velsen.

In 1949 was hij als dienstplichtige teruggekomen uit Indië. Voor zijn diensttijd werkte Koos bij Van der Graafs bakkerijen en had hij zijn rijbewijs motor met bakfiets gehaald. Om niet naar Indië te hoeven, trouwde hij op de valreep met Francina Johanna Notenboom. Het mocht niet baten, de oproep kwam toch. Na een bijna zeventigjarig huwelijk zijn Koos en zijn vrouw in respectievelijk 2017 en 2016 overleden. 

‘Het was de tijd van de Koude Oorlog,’ vertelt Koos. ‘Fort Noord stond vol met granaten, die werden met een IJ-boot, een klein vrachtschip, uit Den Helder aangevoerd via Zijkanaal C. De granaten waren helemaal compleet en wel een meter groot, bedoeld voor kanonnen op schepen. Vanaf de steiger werd de munitie op een lorrie via het smalspoor over de brug naar het fort gereden. Vlak voor het fort lag een ijzeren draaischijf, waarop de lorrie kon draaien en over de rails, voor het fort langs, verder werd verplaatst. Beheerder Prins coördineerde de opslag in de forten en er kwamen mannen uit Den Helder om de munitie in- en uit te laden.

Het fort werd streng bewaakt. Vanaf de Slaperdijk was het verboden terrein en aan de andere kant, waar nu Velserbroek ligt, lagen alleen weilanden. Er stond een vierkante uitkijktoren op de dijk langs het pad. De bewakingsdienst, die je alleen vervulde, duurde overdag en ’s nachts van zeven tot zeven. Je observeerde de omgeving en van elke auto die in de buurt kwam, noteerde je het kenteken in een journaal. Iedereen was verdacht. Je liep elk uur een brand- en sluitronde in het fort en om het uur een buitenronde. In een leren etui aan een riem om je nek droeg je een klok. Rond het fort stonden palen met houten kastjes en verschillende sleutels erin. Je stopte de sleutel in de klok en draaide die een hele slag rond zodat de baard voor de volgende sleutel naar voren kwam. Alle gegevens werden op een schijf genoteerd, die regelmatig werd gecontroleerd.

Later kwam er een nachtdienst bij van tien tot zes. Degene die nachtdienst had, lag vaak te slapen achterin het fort met een touw om zijn been. Het touw liep via een gat in de muur naar de wachtkamer. Als er controle kwam door Van Kouteren, trok de collega die wachtliep snel aan het touw.

We hadden een hond op het fort, Blacky, een zwarte labrador. Hij is op het fort overleden en begraven links van de brug. In die hoek moest je ’s winters een wak hakken op last van de brandweer.’

Het wachtlokaal werd verwarmd met een kolenkachel. Tijdens de winter stookten ze er eierkolen en briketten. Tijdens een ronde zag Koos rook uit het fort komen en belde de brandweer. Ze durfden niet op het fort te komen vanwege de munitieopslag. Pas toen Koos ze ervan overtuigde dat het vuur uit het wachtlokaal kwam, heeft de brandweer met grote beitels het aangekoekte vuur uit de schacht losgehakt.

Ergens in 1954 maakte een collega van Koos een rapport op dat het zo hard had geregend, dat de klok waterschade had opgelopen en de metingen niet konden worden verricht. Op die manier hoefde hij geen rondje te lopen. De schapenboer had echter gezien, dat de collega de klok in de fortgracht had ondergedompeld.

Zoon Rob vertelt, dat hij zijn vader ’s ochtends om half zeven op zijn motor - een rode Jawa - van de Muiderslotweg in Haarlem-Noord naar het fort hoorde rijden. ‘Ik hoorde hem gas terugnemen bij de bochten en weer optrekken en zo kon ik hem volgen tot aan het hek van de Slaperdijk. Daarna verdween het geluid achter de liniedijk.’ Rob mocht soms met vader mee naar het fort. Eind jaren zestig keken ze naar voetbalwedstrijden van Ajax en Feyenoord. De televisie met beeldbuis ging, in een deken gewikkeld, mee achterin de auto en vanuit het wachtlokaal werd een lang snoer naar de brug gerold, waar een antenne met twee sprieten stond. De Europacupfinale in mei 1969 tussen Ajax en AC Milan heeft Rob grotendeels moeten missen; de verbinding was zo slecht dat hij bijna de hele wedstrijd op een stoel, op een tafel, buiten in de regen stond met de antenne in zijn hand.

Sommige wakers visten regelmatig in de fortgracht. Dat mocht niet tijdens diensttijd. In 1968 had Koos de grootste snoekbaars van Nederland gevangen en het Haarlems Dagblad wilde daarover berichten. Het tijdstip van de vangst moest worden geantidateerd. 

Vijf mensen hadden een vergunning om palingfuiken te zetten in de fortgracht. Koos had voor vijfentwintig gulden, veel geld in die tijd, ook een fuikje gekocht en onder water, aan de overkant van de uitloper naar de polder geplaatst. Tijdens zijn wacht zag hij met de verrekijker dat een van de vissers in zijn fuik terecht kwam. De man gooide de fuik op de kant en Koos holde ernaartoe.

‘Wat doen we ermee?’ vroeg de visser. ‘Het is vast van een stroper.’

Koos haalde snel de paling eruit. ‘Ik neem hem in beslag,’ zei hij resoluut en daarna was het een tijdje over met zijn visserij.

De marine beëindigde eind jaren zestig de opslag in de forten. In 1971 werd Fort Noord leeggehaald. Koos behield een sleutel van het fort en ging er af en toe op zondag met zijn vrouw naar toe; hij vissen, zij lezen. Bij slecht weer zat ze onder een grote straallamp in de wachtkamer. 

Koos kwam te werken in de marinewerf Kattenburg in Amsterdam en ging in 1982 met pensioen.

 

Meer verhalen lezen over de forten van de Stelling van Amsterdam?

Meer verhalen over het zuidwestfront van de Stelling van Amsterdam staan in het boek Leven op de Stelling van Agnes de Boer. Te koop voor 24,95 bij www.uitgeverij-noord-holland.nl of via uw boekhandel. Meer informatie over de verhalenprojecten staat op www.stellingverhalen.nl.
In mei verschijnt over het Noord- en Zuiderzeefront het boek: Krayenhoff keert terug.
Wij werken nu aan een project met verhalenbijeenkomsten, concerten en een boek in het zuid- en zuidoostfront van de Stelling van Amsterdam.

  • foto 1: Bewaker Jacobus Berkhof vertelt over het Fort Benoorden Spaarndam tijdens een open dag
  • foto 2: Koos Berkhof met hond Blacky op de brug over de fortgracht rond Ford Benoorden Spaarndam
  • foto 3: Blacky, de hond van Koos Berkhof
  • foto 4: Fortgrachten leveren goed viswater, Jacobus Berkhof met de grootste snoekbaars van Nederland in 1968
  • foto 5: Koos Berkhof reed elke dag met de motor uit Haarlem naar het fort
Jaar:
1950
Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0