Cultuur & Europa (22), Adjiedj Bakas

Nieuw Nederland: waarheen, waarvoor?

De uitbreiding van de EU intensiveert de demografische revolutie in Nederland en versterkt de noodzaak om ons land opnieuw uit te vinden. We moeten onze economische en culturele peilers herijken om onze plek te (her)vinden in ‘glokalisered’ Europa.

Een Europa dat enerzijds steeds meer globaliseert en gemeenschappelijke kenmerken krijgt, maar waarin tegelijk lokale issues, (sub)culturen , talen en belangen aan kracht winnen.

Nieuwe tribalisering

De demografische revolutie kenmerkt zich door vergrijzing en verkleuring: straks is een derde van onze bevolking 55+, heeft een kwart een kleurtje, is de islam de tweede godsdienst van Nederland en is religie op alle fronten in onze cultuur terug van weggeweest. Normen en waarden van senioren worden dominanter dan die van jongeren.

Het betekent tegelijk dat steeds meer Nederlanders twee of meer loyaliteiten tegelijk koesteren. Senioren die in deeltijd in ons land wonen en in deeltijd in Zuid-Frankrijk zijn loyaal aan twee woonplaatsen. (Nazaten van) immigranten in ons land hebben loyaliteiten hier, maar ook in de herkomstlanden en – culturen.

 Individualisering is over zijn hoogtepunt heen, we denken weer in collectieven. Zo ontstaan nieuwe stammen, een ‘nieuwe tribalisering’. Daardoor erodeert de natiestaat zoals die de afgelopen twee eeuwen heeft bestaan, en gaan we terug naar de tijd van de Republiek  van ‘Zeven niet geheel verenigde Neder-landen’. Maar dan wel met een kroontje.

Aardgas raakt op

In de EU zijn de kleinste landen traditioneel de rijkste landen. Hoe klein Nederland qua omvang ook is, economisch en cultureel zijn we zeker de afgelopen zestig jaar een wereldspeler geworden. Maar zestig jaar vrede en ongekende welvaart hebben ons tegelijk verweekt en verwend gemaakt. En we zijn conservatief geworden.

Te veel mensen willen vasthouden aan de manier waarop ons land in de jaren zestig en zeventig is ingericht: zij zijn de nieuwe conservatieven. Terwijl tijden veranderen en wij moeten veranderen met de tijd. Want de peilers van onze welvaart eroderen snel: het aardgas raakt op, honderdduizenden banen verdwijnen naar lagelonenlanden.

Daar komt geen ander werk voor in de plaats. Verzorgingsstaat, vergrijzing en etnische onderklasse kosten handenvol geld. De bejubelde kenniseconomie is een farce: Philips richtte onlangs zijn nieuwe universiteit in China op, niet hier.

Reveil voor het Nederlands

Er zijn twee scenario’s waaruit we kunnen kiezen: het Argentiniëmodel en het Nieuwe VOC-model. Argentinië was tachtig jaar geleden een van de tien rijkste landen ter wereld; door foute keuzes is dat vandaag de dag niet meer zo, verre van dat zelfs. Maken we als Nederland nu foute keuzes, met andere woorden volgen we de nieuwe conservatieven, dan verarmen we in de 21e eeuw rap.

We kunnen ook gaan voor het nieuwe VOC-model. In dat geval gaan we beleggen onder andere in emerging markets, kijken we vooruit en blijven we zo op economisch gebied een wereldspeler. Voor economische wereldspelers is het ook nog eens gemakkelijker om toonaangevend te blijven op cultureel gebied. De nieuwe conservatieven belemmeren dat.

Het probleem van de nieuwe conservatieven is, dat ze een ‘weg-met-ons-mentaliteit’ hebben. Door anderen niet actief te laten worden  en blijven van onze cultuur, impliceren ze dat ze die niet belangrijk genoeg vinden en cijferen ze de Nederlandse cultuur eigenlijk weg. Daar moet een einde aan komen, zeker als het gaat om onze taal. Er moet een reveil komen voor het Nederlands.

Knuffeloffensief richting het Afrikaans

Overheidscommunicatie moet louter in het Nederlands plaatsvinden, de samenwerking met taalkundig broederland Vlaanderen moet hechter en de Nederlandse Taalunie moet ontduft worden en de plek krijgen die de Académie française in Frankrijk heeft: ze moet Nederlandse neologismen gaan creëren en breed uitdragen.

Ook moet in de internationale cultuurpolitiek een knuffeloffensief worden ingezet richting het Afrikaans – in Zuid-Afrika spreken al meer gekleurden dan blanken deze taal – en het Nederlands in Suriname en in andere gebieden.

Er moet meer geïnvesteerd worden in gemeenschappelijk cultureel erfgoed, onder de restauratie van de Nederlandse koloniale architectuur in Indonesië, Suriname, de VS, het Caribisch gebied, India en Brazilië. Daarmee worden aspecten van de Nederlandse cultuur ook zichtbaar in wereldspelers van morgen. Immers Brazilië, Rusland, India en China, samen de BRIC-landen genoemd, behoren in 20140 tot de economische supermachten.

Middeleeuwse bergdorpjes

Nu al leren tienduizenden mensen in Oost-Europa en andere landen Nederlands. Dat moet gestimuleerd worden. Nederlands moet, met gebruikmaking van nieuwe technologie, laagdrempelig te leren zijn via onder meer internet. Zo kunnen talentvolle mensen overal ter wereld onze taal leren en zich als kennisimmigrant of economische immigrant hier vestigen of zich in hun landen inzetten voor Nederland op economisch en cultureel gebied. Nieuwe ambassadeurs dus.

Daar hebben we meer aan dan de import van analfabete importbruiden die per kameel uit middeleeuwse bergdorpjes naar Nederlandse ambassades in Marokko en Turkije huppelen om hun migratie naar ons land te formaliseren.

We zijn zo dom geweest om de afgelopen decennia een immigratiebeleid te voeren dat haaks stond op de economische ontwikkeling: import van analfabeten en laaggeschoolden terwijl veel laaggeschoold werk in Nederland juist wegviel door automatisering en transfer naar lagelonenlanden. Tijd om dat te redresseren.

Nederlandse cultuur

Rita Verdonk is daarmee een grotere zegen voor onze samenleving dan menigeen beseft. We moeten ook beseffen dat pret in de 21e eeuw de belangrijkste peiler van de EU-economie wordt. De vele senioren hebben tijd en geld en willen vermaakt worden. Toeristen uit de BRIC-landen zien Europa als een groot openluchtmuseum en ‘human zoo’.

De pretmarkt, bestaande uit zowel ‘high culture’ als ‘low culture’ groeit dus. Het dédain van onze cultuurpausen voor ‘low culture’, zoals musicals van Joop van den Ende en liedjes van Jan Smit, is daarmee economische zelfmoord.

Maar hoe verleid je toeristen om hier hun eurootjes te spenderen? Niet door een slechte kopie van Angelsaksische culturen te worden. Wel door een eigen, unieke Nederlandse cultuur uit te dragen, met onderscheidende cultuuruitingen. Dat willen toeristen zien, dat levert geld op, want cultuur is en blijft handel.

Naar Berlijn

Een basisvoorwaarde voor succes op dit vlak is het met kracht bestrijden van de islamisering van onze cultuur. Islamisering is iets dat de meeste van de tien nieuwe EU-landen niet kennen: ze zijn vrijwel moslimvrij, en dat zal straks een unique selling point blijken te zijn. Ze lopen immers minder gevaar voor culturele ontwrichting, moslim-terrorisme en als gevolg daarvan het afschrikken van toeristen.

En de nieuwe EU-landen worden, mede door de lagere prijsstelling aldaar, aantrekkelijk voor Nederlanders uit de betere welstandsklassen. Zij verplaatsen hun vermogen, een trend die nu al gaande is onder meer vanuit Amsterdam richting Berlijn.

Een straatbeeld in Nederlandse steden van vele hoofddoekjes, baarden tulbanden zal in een wereld waarin islam en het westen steeds harder knokken om de wereldmacht, niet bevorderlijk zijn voor een liberaal economisch en cultuurklimaat. Laat staan dat de vreugdeloze moslimfundamentalisten pret zullen stimuleren of in hun ogen onislamitische kunstuitingen , bijvoorbeeld afbeeldingen van mensen in schilder- en beeldhouwkunst, zullen gedogen.

Aai poes, aai poes

Toestaan van de islamisering van onze cultuur leidt tot minder toerisme, minder pret, culturele verschraling en een vlucht van Nederlands kapitaal en talent naar min of meer ‘moslimvrije’ gebieden, bijvoorbeeld in Oost-Europa, China, Australië en Zuid-Amerika. Een knuffeloffensief richting liberale moslims is tegelijkertijd van groot belang.

 Zo’n beleid van ‘aai poes, aai poes, stoute kat’ zal de 21e eeuw tot een tweede Gouden Eeuw voor Nederland maken. De autochtone Nederlanders die het hier niet mee eens zijn, vormen de nieuwe NSB-ers of ze wedijveren voor de nationale sufkut-trofee. Die worden pas wakker als Abou Jahjah ze persoonlijk op de trein zet op weg naar de vernietigingskampen van Bin Laden. Tja, en dat is ook cultuur.

Adjiedj Bakas (1963) is algemeen directeur van Dexter Communicatie BV in Amsterdam, het bureau voor de marketing van de demografische revolutie. Zijn boek ‘Nieuw Nederland; marketing en de demografische revolutie’ verscheen bij uitgeverij Scriptum. Zie www.bakas.nl of www.scriptum.nl   

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0