De Jezuïetenberg, van hobby naar attractie

De Jezuïetenberg is geen echte ‘berg’, maar de naam van een stuk onderaards gangenstelsel met een doorsnee van 1,5 km., in de Cannerberg precies aan de grens van Maastricht en België.

De eerste wegwijzer staat bijna aan de grens, op weg naar het Belgische dorpje Kanne. Smulpapen rijden nog 100 meter verder, want daar ligt het restaurant Chateau Neercanne. Ook daar wordt trouwens een stukje gangenstelsel gebruikt voor wijnkelders en romantische eetzalen.

Aardedonker labyrint

De ingang van de groeve is groot genoeg om er met een auto in te rijden, het privilege van de gids, bij deze gelegenheid Laurens Backerra. In het voorste stuk is elektrisch licht aangelegd, tot aan de werkplaats, waar de gids zijn looplamp vult met carbid en water. Er gaat niets boven een carbidlamp onder de grond, maar zowel de lamp als het carbid zijn in Nederland niet meer te krijgen. We lopen eerst nog een stukje tot aan een zware ijzeren poort, waar een sleutel in moet van zo’n 30 centimeter: dit is de Heksenpoort en de ingang van de sprookjesgangen.

Bij het begin van de wandeling door het aardedonkere labyrint wordt de ondergrondse ervaring steeds completer. Er heerst een zeldzame stilte, de temperatuur is constant 10 graden Celsius en de luchtvochtigheid meer dan 95%.  Hier hebben theologiestudenten van de paters Jezuïeten, afkomstig uit alle delen van de wereld voor hun studie in Maastricht, beelden vanuit hun eigen cultuur uitgehakt in de mergel.

Ramses II

Mergel is namelijk erg gemakkelijk te bewerken omdat het zo bros is als een beschuit, maar niet zo gauw breekt. Je kunt er dus gemakkelijk vormen in uitsnijden, - zagen of – vijlen, en daar hebben de studenten een hobby van gemaakt op hun vrije woensdagmiddag, in de honderd jaar dat ze hun klooster in Maastricht hadden, tussen 1860 en 1960.

Van alles kom je er tegen: een mosasaurus, de heerser Sargon, enorme beelden van kunstwerken die elders op de wereld te vinden zijn, zoals het hoofd van Ramses II, gevleugelde stieren en Boeddha. Vooral de grote werken zijn indrukwekkend en de gelijkenis altijd treffend. Het Alhambra is zelfs meer dan een beeld, het is een complete ruimte met een echte vijver en fontein. Het is eigenlijk kunst met een glimlach, zoals een ‘cultuurbarbaar’ het zou maken.

De biechtstoel bijvoorbeeld is levensecht, maar wie het groene gordijntje opzij wil schuiven merkt dat hij op geverfde steen stuit. In het mausoleum zijn de wapens van onze provinciën zó serieus in drie dimensies in de muur gegraveerd, dat iedereen vol respect vraagt wie hier begraven ligt. De imposante graftombe is immers echt. Maar wat is echt? Hij is in elk geval steen-goed, of beter gezegd óók van mergel.

En als we even later door een zware eikenhouten deur willen, worden we andermaal gefopt: het blijkt een reliëf van een deur, in de muur uitgehouwen en vervolgens met dodekop (een kleurstof)  bruin geverfd. Aan de muren zijn verder allerlei opschriften te zien uit de lange geschiedenis van het gangenstelsel, dat is ontstaan door het uitzagen van mergelstenen voor de bouw van huizen, boerderijen en kerken. Hoe oud de grotten zijn is niet precies te zeggen, maar het oudste opschrift op de muren dateert van 1659.   

Vleermuizentellers

De stichting Jezuïetenberg doet er veel aan om al dit fraais te onderhouden, te restaureren en te conserveren. Daarvoor worden de inkomsten gebruikt die men verwerft met de rondleidingen. Ze duren anderhalf uur en kosten per persoon vijf gulden, liefst in groepen van 15 tot 40 personen. Het is een ideaal uitstapje voor “de afdeling”, en die komen er ook van alle kanten: werknemers van een fabriek van wandtegeltjes uit Duitsland, Poolse professoren, huisvrouwen uit Hongarije, Belgische landbouwers, vleermuizentellers van de afdeling Limburg en, beroepshalve, het Staatstoezicht op de Mijnen uit Rijswijk.

Individuele rondleidingen zijn ook mogelijk. Zo kwam in 1987 minister Brinkman met vrouw en kinderen kijken, en natuurlijk moest hij ook een handtekening achterlaten op de muur. Ook heel wat generaals zijn er geweest, soms tot schrik van hun gevolg omdat ondergronds zelfs de geheimste portables uitvallen …

Zoals het goede buren betaamt, zijn er ook diverse wederzijdse contacten, tot in de wijnkelders van het chateau toe. Dat laatste is trouwens ook aan te bevelen voor na de rondleiding, want echte wijn met echte kaarsen zorgt onder de grond voor een originele, ‘barbaarse’ sfeer. Afspraken voor rondleidingen kunnen gemaakte worden bij het secretariaat van de stichting.

Auteur: Emil Backerra, in De Cultuurbarbaar, Jaargang 6, nr. 4, September 1996

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0