De wereld van de Haagse kunstenaar, 103 – Jan Willem Hagenbeek

Jan Willem Hagenbeek heeft zijn werkruimte in het ateliercomplex De Besturing in Den Haag. De ruimte ligt vol met allerlei spullen en onderdelen voor het bouwen van muziekinstrumenten. En daarnaast met bouwmateriaal om zijn ruimte te vergroten. Ik zie al een bovenruimte in wording.

We verkassen daarom naar een hoekruimte verderop. Beneden ons wordt in de centrale ruimte een groot metalen werk in elkaar gelast. De vonken spatten af en toe in het rond. Op een tafel zie ik enige synthesizers ingebouwd in diplomatenkoffertjes. En ook een kleine pick-up. Even verderop stevige houten voormalige munitiedozen. Ook deze zijn bedoeld om in de toekomst modules voor synthesizers onder te brengen.

Knutselen

Jan Willem Hagenbeek, architect van opleiding, is al zo’n twintig jaar bezig met het bouwen van muziekinstrumenten en een instrument in het bijzonder: de modulaire synthesizer. Een tijdje heeft hij nog huizen en appartementen ontworpen, maar dat bleek toch niet helemaal zijn ding, hij was te zeer in de ban van het knutselen en prutsen, zoals hij het noemt, van muziekapparaten. Hij zegde het architectenvak vaarwel om helemaal onder te duiken in de technische en artistieke zoektocht naar de perfecte module.

Het begon allemaal in 1992 toen hij nog bij zijn ouders woonde. Jan Willem: “Mijn eerste stappen in het maken van muziek zette ik in 1992 toen ik de computer van mijn ouders gebruikte om te experimenteren met geluiden. Ik begon kort na m’n eerste experimenten ‘muziek` met zogenaamde ´trackers’ te maken dat niet meteen in een bepaalde stijl te plaatsen was. Op mijn zoektocht naar geluid begon ik te ‘circuit benden’, dat is het aanpassen van een circuit in de hoop een nieuw geluid te ontdekken. Ruim tien jaar later, in 2004, resulteerde het in een reeks live-acts die ik uitvoerde in samenwerking met andere muzikanten en beeldend kunstenaars.”

Synthesizer

Dit eerste live solo-project op het podium was een door Atari bestuurd orkest van elektronisch kinderspeelgoed. “We traden op in experimentele ruimten, onder andere in kraakpanden in Delft, Rotterdam, Amsterdam, Tilburg en Eindhoven. Het was een geweldige ervaring.”

De synthesizer was in de jaren ’70 in Amerika ontstaan als vervanger van andere instrumenten. Ze kon het geluid van bestaande instrumenten weergeven, blaasinstrumenten, piano, slagwerk, maar ook de menselijke stem nabootsen, omgevingsgeluiden als het klotsen van golven en nieuwe elektronische geluiden weergeven. Vaak ging het met een keyboard, maar het kon ook met andere methoden van aansturing zoals programmeerbare sequencers. Synthesizers zonder ingebouwde controllers worden ‘geluidsmodules’, of kortweg modules genoemd, die in werking komen via USB, MIDI of CV/gate.

East Coast en West-Coast

Robert Moog bouwde zijn eerste prototype in 1963. Jan Willem: “In Amerika werd geëxperimenteerd aan de East- Coast en de West-Coast. Robert Moog bevond zich aan de East-Coast. Hij wilde een instrument maken om op te kunnen spelen, met toetsen, een instrument dat in een band een instrument, bijvoorbeeld een basgitaar kon vervangen.”

Aan de West-Coast waren de hippies er mee bezig. “In Californië werd gebrainstormd over een alternatieve manier om muziek te maken. Waar de East-Coast nog bezig was met het 16 / 8 / 4 maten model, was men aan de West-Coast bezig met het ontwerpen van synthesizers met sequencers met vijf stappen waaronder Don Buchla. Er werd niet gedacht aan toetsenborden en bestaande klanken, maar aan nieuwe manieren om geluid te creeren.” 

Eurorack

Ook in Europa was men er mee bezig, hoewel dat later opkwam. Onder andere dankzij Dieter Doepfer. Hij ontwierp de Eurorack standaard  eind jaren ’80, begin ’90. Dit is uiteindelijk uitgegroeid tot de meest toonaangevende standaardisaties in de modulaire synthesizer.  “Eurorack is een heel vrij systeem, je kunt er ook kunst van maken, geluidskunst en grafische vormgeving. We zien nu een hele actieve scene, met deelnemers uit vele landen. Het grootste deel van de scene komt voort uit de West-Coast Sound. Het is instrumentaal en experimenteel.”  

Naast Eurorack zijn er andere systemen, maar die worden langzaam steeds zeldzamer. “Deze andere systemen zijn doorgaans veel puristischer. Veel puristen die met andere standaardisaties werken willen bijvoorbeeld alles 100 procent analoog maken. Terwijl de Eurorack een heel vrij systeem is waarin veel kan worden geexperimenteerd. Ik werk in Eurorack ook regelmatig samen met kunstenaars,  bijvoorbeeld Paul Tas, ook bekend van zijn houten robot sculpturen en geëmailleerde Jezus-beeldjes.” 

Ambassadeur

Er zijn nu steeds meer bouwers binnen het Eurorack systeem in Nederland, de hele scene groeit. Zo zijn er nu ook in Den Haag twee bouwers van modulaire synthesizers in eurorack systeem, beiden werken in het gebouw 'De Besturing'. Je zou de Besturing bijna het Haagse epicentrum voor de modulaire synthesizer noemen. Maar ook kunstenaars die van de Koninklijke Academie komen vinden hun weg naar de modulaire synthesizer. Een ervan, Gokay, afkomstig van de Koninklijke Academie, werkt ook in gebouw ‘De Besturing’. “Hij is een echte Dick Raaijmakers-fan. Raaijmakers is een van vernieuwers in de Sonologie. Hij loopt zelfs met een Raaijmakers-overal rond.” Daarnaast is de Haagse bouwer Rob Hordijk een cult synthesizer bouwer, hij werkt met een andere standaardisatie.

Jan Willem is ‘een soort van‘ ambassadeur van het Eurorack-systeem in Nederland geworden. “Ik reis de hele wereld over. Naast dat ik bouw, ook voor anderen, activeer ik de scene en organiseer ik, samen met anderen uit de scene, evenementen voor de scene, zoals Dutch Modular Fest.” Het Eurorack-systeem mag dan wel een zelfstandig instrument zijn, het ontwerpen van een systeem doe je in de scene samen. Onderdelen van andere bouwers worden ingepast in het eigen object van iedere afzonderlijke maker.    

Caravan

Hij is nu bezig een oude caravan uit de jaren 70 om te bouwen tot mobiel instrument. Hij gaat ermee naar festivals, te beginnen met Lowlands, half augustus. “Ik heb de caravan helemaal leeg gesloopt en rondom tafels bevestigt. Mensen kunnen daar met de systemen ‘patchen’.  Zo kunnen mensen kennismaken met de systemen. Ik ga er drie grote systemen installeren.” We lopen naar de koffertjes met modules en de pick-up op de tafel. Hij steekt een paar stekkertjes in en dan gaat het spelen. Het klinkt melodieus. Het lijkt een beetje op het geluid van cymbalen. Het trilt ook even na. Hij laat vervolgens zien dat het sneller kan en dat je kunt combineren. Hij neemt een stukje scratch geluid van de pick-up op en verwerkt dat in een nieuwe geluid dat meer klinkt als techno.

Dutch Modular Festival

Eind augustus gaan diverse makers, waaronder Jan Willem,  naar Barcelona – “een hele actieve club daar” – en in november gaat iedereen naar Japan. “De makers zoeken elkaar op. We zijn bijna elkaars familie. We kennen de kinderen, de vriendinnen en zelfs de naam van de kat.” In september staat de caravan op een festival in De Besturing zelf, het ‘Dutch Modular Festival’. “Er komen mensen uit Europa, Amerika, India, in totaal wel 700 man. Met zijn alleen gaan we knutselen en prutsen en feest vieren.”

Komen er ook mensen van de commerciële systemen en mensen uit de dance wereld? “Dat zou best kunnen, dat er mensen van Behringer, Arturia of Roland en distributeurs ervan komen. Hun spullen liggen in de muziekwinkels. Als ze met een product komen, zit het in een lijn van 10.000 exemplaren, terwijl 2 à 3000 een bizar grote batch voor ons is. Meestal is onze oplage 200 / 300 wereldwijd. Wat de dancewereld betreft, ik heb wel met hen samengewerkt, bijvoorbeeld op het Amsterdam Dance Event (ADE) vier jaar geleden. Ze vroegen om een instrumentaal kunstwerk te maken. Toen heb ik een ‘Game of Life Sequenser' gemaakt, een random groeiend organisme. Ik stuurde een modulaire synthesizer aan waarvan je de evolutie op het object kon zien. Dat werd goed ontvangen. Toch is er vaak een disconnectie tussen onze scene en de commerciele dance wereld. Zij hebben een heel ander publiek.”

Geluidskunst

Hij vindt het prettig in zijn eigen scene te blijven. “Er is bij ons in de scene niets gepatenteerd. We gaan niet elkaars spullen kopiëren. Hierdoor zie je veel originele en experimentele ontwerpen ontstaan in het systeem. We voelen ons eerder thuis bij de Sonologie en de geluidskunst dan de commerciele massaproductie markt. Ons festival in september is een hoogtepunt van wat er in Nederland op dit vlak gebeurt.”

We gaan naar zijn werkruimte, een paar filmpjes kijken.

Om te beginnen een film van het Modular Fest twee jaar geleden:  

Vervolgens zie ik een film gemaakt in het Kytopia-gebouw in Utrecht (2015). “We werken samen met mensen van andere lokaties als WORM, Paradiso en Kytopia”

Zie: http://bit.ly/2YApScP 

En een samenwerking tussen Jan Willem en Visual ScumBagz
http://bit.ly/2KoYTID 

Jan Willem tot slot: “Een elektrisch muziekinstrument is niet perse hetzelfde als een instrument voor  dance of techno. Techno is een genre om mensen te laten dansen en wegdrijven in andere sferen, ik wil veel meer een gevoel, een soort kunst overbrengen, dat je eventueel ook zittend op de vloer kunt ervaren.”

https://www.ginkosynthese.com/

 

 

 

Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0