Rudi van Dantzigs verblijf in Friesland tijdens de Tweede Wereldoorlog (11)

Rudi van Dantzigs verblijf in Friesland tijdens de Tweede Wereldoorlog (11)

Rudi van Dantzig verbleef in de Tweede Wereldoorlog als elfjarig Amsterdams jongetje bij het gezin van Wabe en Akke Visser in Laaksum, een dorpje aan het IJsselmeer in Zuidwest Friesland in de buurt van Warns. Hij schreef er een autobiografische roman over die een bestseller werd: ‘Voor een verloren soldaat’.

Rudi van Dantzig overleed op 19 januari 2012. In het blad van het Histoarysk Wurkferbân Gaasterlân schreef Iris Maaskant een uitgebreid artikel over Van Dantzigs verblijf in Friesland.

Iris Maaskant zocht de leden van de familie Visser, waar Van Dantzig was ondergebracht op om het verhaal van Van Dantzig te toetsen aan hun eigen herinneringen. Alle kinderen van Wabe en Akke waren nog in leven en hadden veel te vertellen, niet alleen over Rudi van Dantzig, ook over het leven in Laaksum, zoals het in de oorlogsjaren en ver daarvoor was.

Van Dantzig ging naar de christelijke lagere school in Warns. Het hoofd van die school was meester de Jong. We zullen hem nog tegenkomen. Hij is mijn grootvader, pake in het Fries. Zijn voornaam was Lucas.

We publiceren het verhaal in afleveringen. Elke week verschijnt er een nieuwe aflevering

Aflevering 11

Pieke

Mevrouw Pieke Visser (1939) is herstellende van een zware operatie, wanneer ik haar bezoek in de Ielânen in Sneek. Ze heeft contact gehouden met Rudi van Dantzig tot zijn dood. Ze was met hem te zien in televisieprogramma’s als ‘ In de show van je leven’ (VARA, 1997) en ‘Tussen hemel en aarde’ (KRO, 2000).

Kinderverlamming

‘Ik kan me niet zoveel herinneren uit de tijd dat Rudi bij ons was. Veel weet ik uit verhalen. Ik was 5 jaar oud. Ik kreeg in 1940 kinderverlamming en werd invalide. Ik kon niet meedoen met de andere kinderen. Ik hinkte op één been en kwam altijd achteraan. Ik was het zorgenkind.

Ze moesten altijd op me wachten en hebben heel wat met me afgesjouwd toen ik klein was. Schaatsen wilde ik wel heel graag leren, maar dat ging natuurlijk niet. Ik deed dan op mijn manier mee. We vroegen aan Heit of we het lege kippenhok mochten gebruiken en ik zat daar met de koek-en-zopie, wanneer ze bij ons op de sloot langs schaatsten.

Duikeenden

Dat Rudi, wanneer hij uit school kwam, snel de deksels van de pannen oplichtte om te kijken wat we gingen eten, weet ik ook nog goed. Dan zei Mem: ‘Hij heeft zulke vlugge vingers, hij komt nog bij het circus.’ Zeggen de anderen, dat ze zei: ‘Hij wordt nog pianist?’ Nee, dat kan ik me niet herinneren. Rudi was trouwens altijd bezig met zijn handen. Hij was geen jongen die met mijn broers ging voetballen.

Mijn moeder braadde duikeenden voor ons. Dat was heerlijk eten. Die vogels raakten in de netten en verdronken. De botjes werden schoongemaakt en daar speelden we mee. We boorden er gaatjes in en maakten er van alles van: huisjes, poppetjes, van allerlei dingen. Daar was Rudi heel handig in.

Logeren

In de jaren vlak na de oorlog gingen we bij Rudi in Amsterdam logeren. Ik denk dat zijn ouders iets terug wilden doen. Ik ging met Diet. We zijn maar heel kort gebleven. Ik had onmiddellijk heimwee naar huis. Ik was bang zo hoog boven de straat in die grote stad. Daarna hoorden we vele jaren niets tot ik op een dag bij mijn ouders kwam - ze woonden toen in een bejaardenhuis in Bakhuizen - en mijn vader zei: ‘Je moet Mem maar even vragen. Die heeft iets, iets geweldigs!’

Voorstelling in Leeuwarden

Mijn moeder had een kaart van Rudi in de zak van haar schort. Zo is het contact weer gaan rollen. Hij heeft ons niet meer uit het oog verloren en wij hem niet. Hij nodigde ons uit voor een voorstelling van Het Nationale Ballet in Leeuwarden. Wij wisten natuurlijk helemaal niks van ballet en dat gaf allerlei discussies: wat dat nou weer voorstelt ….?

Vanaf die tijd waarschuwden we elkaar. Als er iets in de krant stond over Rudi, werd het wel doorgegeven of we zeiden: ‘Rudi is op de televisie, je moet wel even kijken!’ Mijn vader en zijn moeder stierven beide in 1979. Zijn vader kon niet goed alleen zijn. Maar hij was altijd welkom bij onze familie en dus kwam hij ook bij mij logeren, eerst in Oosterwolde en later in Koudum en dan ging hij ook naar mijn moeder in De Finke. Mijn moeder woonde daar 16 jaar en was een grote steun voor de mensen om haar heen.

Vader Van Dantzig

Net als Rudi was zijn vader een hele lieve, zorgzame man. Ik ging hem vaak opzoeken in Amsterdam. Rudi nodigde ons dan uit en we mochten in het theater achter de coulissen komen en hij liet ons zien hoe het bij de repetities toeging. Met zijn vader heb ik in zijn huis in Frankrijk gelogeerd. Hij werkte daar aan een ballet. Ik herinner me dat hij schetsen van bepaalde standen maakte en passen en richtingen noteerde met kleine streepjes.

Hij legde er ook wel eens iets over uit aan ons, maar niet veel. Ik had er toch geen verstand van. De laatste keer dat ik zijn vader opzocht in Amsterdam, dat was in 1992, stierf hij plotseling waar ik bij was. Hij borg een paar boodschappen op en viel dood neer. Ik was vreselijk verdrietig, want ik hield wel van die man, maar ook dankbaar dat hij daar niet alleen hoefde te liggen tot ze hem zouden vinden, want Rudi was in het buitenland.

Emmastraat

In zijn huis, in de Emmastraat, zat Rudi altijd te werken in het souterrain. Hij liet me dan zien waar hij aan bezig was. Hij had veel mooie dingen om zich heen, die voor hem betekenis hadden. Ik herinner me veel beelden van steen en van hout, wanden met boeken en een tafel met stapels papieren. Dat was ik niet gewend.

Hier moet hij aan ‘Voor een verloren soldaat’ geschreven hebben, en ook in zijn boerderij in Hoogwoud. Daar trok hij zich vaak terug. Zijn homoseksualiteit maakte voor mij geen verschil: ik heb daar nooit bij stilgestaan. Voor mijn moeder ook niet. Ik hoor haar nog zeggen tegen een interviewer, toen de film uitkwam: ‘Hij is wel zo, maar het was ook een zoon van ons en dat blijft zo.’

Freark Smink

Ik las in het boek vooral de stukken over ons gezin, die zijn voor ons het mooist. Ik denk dat we dat allemaal hebben gedaan, Mem ook. Het meisje dat Pieke speelt in de film logeerde bij mij. Ze had een beugel om haar been en zag er net zo uit als ik toen. Het kon niet mooier. Freark Smink speelde prachtig. Wat leek hij op mijn vader en op Harmen!

Toch kon de film het niet halen bij het boek, al waren sommige stukjes wel aardig. Rudi, hij was een lief en zorgzaam mens. Ik heb hem altijd als een broer beschouwd. Ik ging nooit met vakantie. Ik denk dat hij me daarom meenam naar Griekenland, naar Athene en naar de Middellandse Zee. Ik heb nog nooit zo’n mooie vakantie gehad.

Ook Toer

Het is nu allemaal voorbij, maar we hebben tot op het laatst contact gehad. Hij lag toen al op een hoog bed in de kamer en had zo’n pijn en veel verdriet. Ik wou zo graag iets voor hem doen, maar wat kon ik? Ik heb het geluk gehad dat ik hem en zijn vader goed heb gekend en ook Toer.

Het waren zulke warme mensen. We hebben hele mooie momenten met ze beleefd. Als we ze niet hadden gekend, waren we nooit in aanraking gekomen met het ballet. Ik ben zo dankbaar dat ik me daarin ook mocht inleven. Ik begreep het zeker niet altijd, hoor. Ik ben er trots op dat hij bij ons mocht zijn, dat ik mocht zeggen, toen op de televisie: ‘Dat is mijn oorlogsbroer.’

Volgende week aflevering 12

https://www.geschiedenisgaasterland.nl/
https://www.geschiedenisgaasterland.nl/wp-content/uploads/2017/02/13fan-Klif-en-Gaast-2012-2.pdf

Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0