Songtekst Tulpen uit Amsterdam

Het 'oerhollandse' nummer 'Tulpen uit Amsterdam’ werd geschreven door de Duitse schlager-componist Ralf Arnie op een tekst van zanger/schrijver Klaus Gunter Neumann. Neumann was in 1953 tijdens een bezoek aan Nederland na een optreden in het Amsterdamse Tuschinkitheater een dagje uit naar de bollenstreek geweest. Kort daarop schreef hij de eerste versie van het lied, maar zijn uitgever was niet enthousiast en een opname bleef uit. Drie jaar later pakte Ernst Bader het idee op en paste de tekst aan. Ook de melodie werd aangepast en refereert aan de Bloemenwals uit de Notenkrakerssuite van Tsjaikovski. Het kreeg in Nederland bekendheid door Herman Emmink, die het in 1957 voor het eerst zong.

Songtekst Tulpen Uit Amsterdam

Refrein:

Als de lente komt dan stuur ik jou
Tulpen uit Amsterdam
Als de lente komt pluk ik voor jou
Tulpen uit Amsterdam
Als ik wederkom breng ik voor jou
Tulpen uit Amsterdam
Duizend gele, duizend rode
Wensen jou het allermooiste
Wat mijn mond niet zeggen kan,
Zeggen tulpen uit Amsterdam.

Jan uit de polder zei: Antje,
Ach, kind, wat mag ik jou graag!
Hoe moet dat nu, liefste Antje?
Morgen ga ik naar Den Haag"
En bij die oeroude molen
Klonk onder een hemel zo blauw
"Ik heb je lief en jij hebt mij lief!
Ach Antje, ik blijf jou altijd trouw."

Refrein.

 

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0