Spindoctors: mannetjesmakers in Den Haag?

In de media wordt regelmatig verwezen naar het fenomeen ‘spindoctoring’: adviseurs van Tweede Kamerleden of ministers, die zich bezighouden met het imago van hun politicus en proberen deze politicus zo positief mogelijk in de media te laten komen. Maar bestaan deze spindoctors in Nederland? En werken hun trucs eigenlijk wel? Het lijkt erop dat ‘spindoctoring’ voor een belangrijk deel verspilde moeite is.

Het imago van politici wordt steeds belangrijker. Een goed voorbeeld hiervan is oud-minister Ella Vogelaar, die volgens velen in interviews slecht overkwam en zichzelf slecht presenteerde. Zij zou om die reden na een jaar ministerschap worden vervangen door iemand anders. Zij miste kennelijk een goede spindoctor. Op deze manier wordt veel over spindoctors gepraat. Maar bestaan ze ook echt in Nederland? Maarten Molenbeek en Chris Aalberts interviewden politici, journalisten en voorlichters uit politiek Den Haag om hierachter te komen.

 Buitenlandse ervaringen

Het fenomeen spindoctoring komt uit het buitenland. De term ‘spinnen’ is afkomstig uit de sportwereld, waar een honkballer door een slag een geheel nieuwe draai kan geven aan een bal, die daardoor een heel ander effect krijgt. Voor spinnen in de politiek geldt hetzelfde: adviseurs proberen hun minister of Kamerlid zo in de media te presenteren, dat het imago onder burgers positiever wordt. Met name in het buitenland zijn een aantal spindoctors zeer bekend geworden.

In de Verenigde Staten was Karl Rove jarenlang een zeer invloedrijke adviseur van president Bush. Hij bedacht tijdens verkiezingscampagnes allerlei trucs om politieke tegenstanders zwart te maken. In 2004 won Bush de presidentsverkiezingen van tegenkandidaat John Kerry. Kerry was oorlogsveteraan en had zelfs onderscheidingen ontvangen voor zijn heldenrol tijdens de oorlog in Vietnam. Zijn partij hoopte dat dit imago Kerry aan de overwinning zou helpen. Het omgekeerde gebeurde: spindoctor Karl Rove presenteerde een heel ander beeld van Kerry: een man die ten onrechte medailles had gewonnen en had gelogen over zijn oorlogsverleden. Kerry zou de verkiezingen vervolgens verliezen.

Een ander voorbeeld van spindoctoring komt uit Groot-Brittannië. De regering van Tony Blair was geobsedeerd door hoge populariteitscijfers en probeerde altijd zo goed mogelijk in het nieuws te komen. Een probleem bij deze strategie is dat regeringen soms ook negatief nieuws naar buiten moeten brengen. De regering zocht daarom naar mogelijkheden negatief nieuws te publiceren op momenten dat er waarschijnlijk weinig aandacht voor zou zijn. Een voorlichter stelde dan ook net na de terreuraanslagen van 11 september voor meteen negatief nieuws naar buiten te brengen, omdat geen journalist of burger er op dat moment enige interesse in zou hebben en het geen invloed zou hebben op het imago van de regering.

 Oorlogsveteraan en presidentskandidaat John Kerry, afgeschilderd als leugenaar en verrader.

Slecht imago

Hoewel spindoctors politici aan een positief imago moeten helpen, hebben ze zelf een slecht imago. De voorbeelden uit het buitenland laten zien waarom dat zo is: spindoctors zouden smerige trucs verzinnen om ten koste van alles hun politicus in een positief daglicht te zetten. Zij zouden daar geen enkel middel bij schuwen, tegenstanders zwart maken en het niet zo nauw nemen met fatsoensnormen. Spindoctors zouden er bovendien voor zorgen dat politiek steeds meer draait om de vorm van de politiek en niet meer om de inhoud, en ze zouden doelbewust leugens verspreiden.

De meeste spindoctors werken achter de schermen in politiek Den Haag, en krijgen daardoor nooit landelijke bekendheid. Slechts een enkeling werd wel bekend, zoals Kay van de Linde, die spinde voor Pim Fortuyn en Rita Verdonk. Het is extra moeilijk spindoctors te herkennen omdat deze titel vrijwel nooit hun formele baan is en ze zich er vaak maar een deel van hun tijd mee bezighouden. Veel spindoctors noemen zich neutraal ‘voorlichter’ of ‘adviseur’. Maar ook journalisten en politici zelf kunnen spintrucs gebruiken, zonder dat er een spindoctor aan te pas komt.

Trucs

Er bestaan verschillende trucs die helpen politici positief in de media te krijgen. De eerste manier om politici positief in de media te laten komen is hen goed in beeld te laten komen. Politici gaan op mediatraining om te weten hoe ze zich moeten gedragen, kijken en kleden als ze op televisie komen. Ze moeten aandacht besteden aan hun woordkeus, zodat woorden de juiste associaties bij het publiek oproepen. Bovendien gaan politici alleen naar media waarvan zij verwachten dat zij er ongestoord hun politieke boodschap kwijt kunnen. Spindoctors kunnen politici hierover adviseren.

De tweede manier is dat spindoctors journalisten achtergrondinformatie geven over de prestaties of uitspraken van een politicus, bijvoorbeeld na afloop van debatten. Spindoctors leggen journalisten uit hoe onhandige uitspraken bedoeld zijn, of vertellen positieve verhalen over de prestaties van hun politicus. Op deze manier hopen ze journalisten te beïnvloeden zo positief mogelijk over hun politicus te schrijven.

De derde manier is dat spindoctors simpelweg verhalen verzinnen om hun eigen politicus in een positief daglicht te plaatsen of hun tegenstander zwart te maken. Het kan dan gaan om kleine leugentjes over beleidskwesties, maar ook om verhalen over het privéleven van tegenstanders. Op deze manier brengen spindoctors allerlei hele en halve onwaarheden de wereld in, en bovendien allerlei roddels.

Effectieve spindoctors?

De belangrijkste vraag is of spindoctors er door hun inspanningen ook in slagen om daadwerkelijk een positief imago voor hun politicus te creëren, of dat hun inspanningen grotendeels verspilde moeite zijn. Het lijkt erop dat veel spindoctors diverse pogingen wagen om hun politicus positief te presenteren, maar dat het effect van die inspanningen vaak tegenvalt.

Spindoctors spelen in de eerste plaats vooral een rol bij politici die al bekend zijn bij veel burgers. Politici die onbekend zijn, krijgen sowieso weinig media-aandacht en kunnen die ook niet krijgen door een spindoctor in te huren. Journalisten vinden deze politici namelijk per definitie niet erg interessant om over te berichten. Daarnaast is het nog maar de vraagof het imago van politici doorslaggevend is voor burgers als ze bij verkiezingen gaan stemmen. Veel burgers stemmen uit traditie op een bepaalde partij, of doen dat om inhoudelijke motieven. Het imago van een politicus als Jan Peter Balkenende was nooit erg positief, maar desondanks wist hij verschillende verkiezingen te winnen.

Een succesvol voorbeeld van spindoctoring in de Nederlandse politiek is de uitspraak van premier Balkenende tegen concurrent Wouter Bos bij de verkiezingscampagne van 2006: ‘U draait en u bent niet eerlijk’. Balkenende probeerde op deze manier zijn tegenstander neer te zetten als draaikont en leugenaar. Het CDA zou vervolgens diverse berichten de wereld in sturen die dit imago van Bos bevestigden, zoals het ‘draaipunt van de dag’: een dagelijks bericht over een standpunt waarbij de PvdA ‘weer’ van mening was veranderd. Volgens velen was deze truc doorslaggevend voor de uitslag van de verkiezingen van 2006, die gewonnen werd door Balkenende’s CDA, en verloren door Bos’ PvdA.

De belangrijkste reden waarom spindoctors lang niet altijd effectief zijn is echter een andere: vaak zijn de trucs van spindoctors doorzichtig. Het is journalisten direct duidelijk dat spindoctors een poging doen hun politicus te ‘verkopen’ of dat zij expres negatieve verhalen over tegenstanders vertellen. Journalisten checken verhalen ook bij anderen en krijgen dan een heel ander beeld. De geloofwaardigheid van spindoctors kan om die reden al snel afnemen, waarna journalisten niet meer naar ze luisteren en op zoek gaan naar betere bronnen. Partijen zetten allen allerlei technieken in, maar omdat partijen elkaar bestrijden heffen de effecten van die technieken elkaar onderling vaak op. Dat laat onverlet dat er ook in Nederland voorbeelden bestaan van succesvolle trucs (zie kader). Maar deze successen zijn eerder uitzondering dan regel: spindoctoring is geen belangrijk onderdeel van de politieke cultuur in Nederland.

In het buitenland werkt spindoctoring beter dan in Nederland omdat daar meer geld wordt besteed aan politieke adviseurs in het algemeen en onderzoek naar politieke tegenstanders in het bijzonder, waardoor eerder schandalen worden ontdekt. Ook zijn er in het buitenland meer media die zich richten op schandaaljournalistiek dan in Nederland. Bovendien zijn er in Nederland veel meer politieke partijen dan in bijvoorbeeld de Verenigde Staten, waardoor journalisten veel meer verschillende bronnen tot hun beschikking hebben om verhalen van spindoctors te checken. Zij hoeven in Nederland dus minder snel af te gaan op de informatie van spindoctors dan hun buitenlandse collega’s.

Het onderzoek van Maarten Molenbeek en dr. Chris Aalberts is gepubliceerd in het boek‘U draait en u bent niet eerlijk’: spindoctoring in politiek Den Haag (SDU Uitgevers, 2010).

Dit artikel verscheen op 15 oktober 2010 op Kennislink. http://www.kennislink.nl/publicaties/spindoctors-mannetjesmakers-in-den-haag

Dr. Chris Aalberts onderzoekt en doceert over de kloof tussen burgers en politiek. Hij doet voornamelijk kwalitatief onderzoek naar de professionalisering, popularisering en digitalisering van politieke communicatie.

Zie ook de website van Chris Aalberts

 

Tags

Reageren