Europa: tussen beeld en werkelijkheid

Beeldvorming is alles. Daarin is Europa geslaagd. De Europese Unie en haar voorgangers hebben een indrukwekkend beeld van het continent neergezet, bedoeld voor zowel de eigen burgers als de buitenwacht.

Europa heeft al eeuwenlang het imago van kwaliteit, vakmanschap en luxe. Van vrede, rijkdom en persoonlijke vrijheid. Van politiek evenwicht en maatschappelijke zekerheid. En van macht. Dat trekt mensen aan, in het bijzonder mensen die worden geraakt in hun fysieke bestaan, hun overtuigingen of hun economische perspectieven. Zij trekken hierheen vanuit hun beeld van Europa, gevoed door berichtgeving in de media en door producten die zij hebben gezien of verworven. Met verwachtingen, vertrouwen, en hoop. En met achterlating van verleden, heden en toekomst in de landen waar ze woonden. Zware beslissingen met onzekere gevolgen. Het is nooit anders geweest.

Romeinse vrede

In de tweede helft van de vierde eeuw na Christus drongen verschillende etnische groepen het Romeinse Rijk binnen: Goten, Sueven, Burgunden. Ze kwamen niet als veroveraars maar als merendeels angstige migranten, aangetrokken door de voordelen van het Rijk: rust, rijkdom, en veiligheid. Ze kenden de Romeinen zoals die zich presenteerden, met de interne vrede (pax romana) in dat immense gebied, de hoge levensstandaard die zich uitte in producten die zij als niet-Romeinen graag kochten en zelfs hun doden meegaven in hun graf, en de legermacht die het Romeinse gebied beschermde tegen externe vijanden. Vooral het laatste was van vitaal belang voor de volkeren buiten de Romeinse grenzen. Hun levens werden bedreigd door de Hunnen, die via wat nu Turkije heet, uitzwermden vanuit de Aziatische steppen, dood en verderf zaaiend langs hun weg. Verzet was zinloos, overgave vaak slechts uitstel van executie. Vlucht naar het nabije en vanouds bekende centrum van macht en stabiliteit lag daarom voor de hand.

Verdeel en pacifeer

Net als de Europese instellingen nu, reageerden de Romeinse machthebbers wisselend. Soms adequaat, vaker verward. Indien mogelijk werd de grensbewaking verscherpt en de – ongewenste – immigratie gestuit. Als het niet anders kon, kregen volkeren een bepaald gebied toegewezen om zich te vestigen, en werd van hen een forse deelname gevergd in de verdediging van het Rijk ter plekke. Maar als het even kon, werden ingeweken groepen verdeeld en verspreid. Wel kregen deze mensen rechten in het gebied waar ze werden gevestigd; gaandeweg werden ze ingevoegd in het dagelijkse stramien van het Rijk.

Ondergang of bloei?

Hoe groot hun getal ook was – en het ging om honderdduizenden personen – zijn het niet de volksverhuizingen geweest, zoals deze migraties jarenlang nogal eufemistisch zijn genoemd, die het West-Romeinse Rijk naar zijn ondergang hebben gevoerd. Integendeel. De immigranten hebben zich actief ingezet voor de structuren die zij aantroffen. Ze hebben gewerkt als boeren, burgers en uiteindelijk bestuurders om hun nieuwe land te doen bloeien, en zijn bewoners te beschutten tegen dreigingen van buiten én van binnen. In het Westen heeft dat al binnen een eeuw geleid tot nieuwe – kleinere – bestuursgebieden. In het Oosten heeft het Byzantijnse Rijk nog een millennium voortbestaan, telkens nieuwe groepen opnemend die moesten of wilden vluchten voor dreigingen in hun bestaan.

In de meeste, zo niet alle gevallen reageerden de migranten op het beeld dat zij hadden opgebouwd van hun land van toevlucht. Dat beeld was consistent en aantrekkelijk, en vaak had het betreffende land er ook op vele niveau alles aan gedaan dat imago te vestigen en te onderhouden. De werkelijkheid was gewoonlijk anders. Maar ook die werkelijkheid maakten de inwijkelingen zich op termijn eigen – en droegen zo weer bij aan het beeld naar buiten.

Tags

Reageren