Willibrordus

Het West-Romeinse Rijk was al bijna zo'n 250 jaar uit Groot-Brittannië vertrokken toen de pas bekeerde Wilgis zijn zoon Wilibrord naar het klooster van Ripon (hedendaags York) bracht. De jongen had een grote toekomst voor zich.

In Ripon kwam de jonge Wilibrord in aanraking met Wilfridus, aartsbisschop van York en groot voorstander van de Romeinse riten, in tegenstelling tot het inheemse Keltisch katholicisme. Als jongeman vertrok Wilibrord naar Ierland, waar hij in ging wonen in het klooster van Rathmelsigi. Na jaren van een zeer sober bestaan, koos hij er in 688 voor om zich in te laten wijden tot priester.

De straat op

Wilibrord werd gedreven door zijn geloof en schijnt een vurige wens te hebben gehad de boodschap van God te verspreiden onder de nog heidense volken van Europa. Vergezeld van twaalf metgezellen begon Wilibrord in 690 aan zijn missie. Het gezelschap landde, volgens de overlevering, bij Katwijk aan Zee. Aan de west- en noordkust van Nederland woonden destijds de Friezen, die in de 8e eeuw nog grotendeels heidens waren.

Het bekeren van de Friezen was niet makkelijk. Wilibrord ging te rade bij de hofmeier van het Frankische Rijk, Pepijn van Herstal. Pepijn was een van de machtigste mannen na de Frankische koning zelf. Het Frankische Rijk grensde aan het territorium van de Friezen en Pepijn zag wel wat in de verovering en kerstening van het gebied. Door de steun van Pepijn ontving Wilibrord royale schenkingen van de Frankische adel. Zo ontving hij onder andere een enorm territorium bij het Luxemburgse Echternach, waar hij een klooster liet bouwen. Wilibrord verzekerde zich ook van de steun van de paus, Sergius I, die hem in 695 aartsbisschop van de Friezen noemde. Met politieke en geestelijke steun kon Wilibrord zich volledig richten op de bekering van de Lage Landen.

Fundamentalist

Pepijn schonk Wilibrord het oude Romeinse fort bij Utrecht als uitvalsbasis naar het noorden. In 696 liet Wilibrord hier een door de Friezen verwoeste kerk bouwen en stichtte zelf ook een nieuwe. Vanuit Utrecht trokken de door Wilibrord geleidde missionarissen de Friese landen in. De bekering ging, volgens latere bronnen, met het nodige geweld. Tempels werden verwoest, heiligdommen onteerd en niet-christenen die zich verzetten werden aangevallen door Wilibrord en zijn gezelschap. Of dit waar is of niet, is onbekend. Zulke geweldadige taferelen vormen namelijk een standaardonderdeel van de beschijvingen van de levens van heiligen. Succesvol was het in ieder geval wel.

Terug bij af

Pepijn stierf in 714 en er brak chaos uit in het Frankische Rijk. Wilibrord's basis in Utrecht werd opnieuw heroverd door de Friese koning, Radboud. Pas in 719 kan de bisschop terug keren. In datzelfde jaar kreeg Wilibrord ook bezoek van Bonifatius, een collega missionaris en later heilige die een enorme stempel zou drukken op het vroege Europese christendom.

Wilibrord zette zijn missionaris werk voort tot aan zijn dood op 81-jarige leeftijd in 739. De Friezen waren nog niet volledig bekeerd, maar het christendom had duidelijk de opperhand. Op eigen verzoek werd Wilibrord's lichaam naar zijn klooster te Echternach gebracht, waar het werd bijgezet in de crypte. Niet snel daarna werd Wilibrord heilig verklaard en Echternach werd een populaire pelgrimsplaats.

Bijnaam / pseudoniem:
Apostel der Friezen
Functie / titel:
monnik, bisschop, missionaris
Plaats geboorte:
Northumbria
Plaats sterven:
Echternach
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
Utrecht, Susteren
Persoonscategorie:

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0